Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 2 mei 2025


Op liefkoozingen was zij zeer gesteld; als men haar krauwde, kromde zij den rug, boog den kop ter zijde, alsof zij de hand, die haar zulk een aangename gewaarwording verschafte, te zien wilde krijgen en liet intusschen een onbeschrijfelijk gepiep of geknor hooren, dat de uitdrukking was van een hoogst prettige stemming.

Pastoor Doening dacht: "Hij heeft mijn brief te laat ontvangen;" maar mijnheer du Bessy, die nu geheel vergeten had dat, zonder de gelukkige verwittiging van een kiesch morgenbiljet, hij evenmin als Ernest aanwezig ware geweest, liet in een verstaanbaar geknor zijn misnoegen kennen. Het maal liep goed van stapel.

De grootste soort verdedigt zich in gevallen van uitersten nood, op de wijze der Kengoeroes, met de achterpooten; de kleinere soorten daarentegen maken, als zij gegrepen worden, nooit van hunne natuurlijke wapens gebruik. Hun stem bestaat uit een soort van gehuil, dat op het geschreeuw van jonge Katten gelijkt, bij andere leden der familie ook wel uit een dof geknor.

Alfons lag naast Rozeke's broeder, Rozeke zelf lag tusschen haar zuster La en 't Geluw Meuleken. Af en toe klonk een kort gelach der mannen of een geknor der gesarde meisjes. Alfons richtte zich even, geprikkeld en jaloersch, half overeind, vreezend dat de mannen ook Rozeke kittelden. Maar zij had haar voorzorgen genomen, haar rok nauwsluitend om haar beenen opgerold.

Het was zelfs waarschijnlijk, dat wanneer hij hier of daar een stuk wild machtig mocht worden, er weinig voor de jagers zou overblijven, en dat Top voor eigen rekening jaagde; maar Nab ging hem nauwkeurig na en deed daar wel aan. Tegen drie uur verdween de hond in het kreupelhout; een dof geknor bewees weldra, dat hij eenig wild op het spoor was.

Al gauw hoorde Bernard 't snurken, 't goedig-onbewuste geknor van zijn ouden schoolkameraad, terwijl hij zelf nog lag te staren in de duisternis met wijd-open oogen. Hij lag te denken aan zijn toekomst. Als "zij" niet komt dan zal ik gek worden. Hoe zal dat zijn, wat zal ik dan doen als ik gek ben? Daar lag hij aan te denken, sterk en stil.

"Ge moet niet klagen," antwoordde Harbert. "Ik klaag niet, mijn jongen," hernam Pencroff, "ik herhaal slechts, dat het vleesch wel een beetje te veel ontbreekt bij dat maal!" "Top denkt er anders over...." riep Nab uit, die op een kreupelboschje toeliep, waarin de hond blaffend verdwenen was. Het keffen van Top vermengde zich met een zonderling geknor. De zeeman en Harbert waren Nab gevolgd.

De ruwe man hield zijne kaars voor haar gezicht, liet een zeker medelijdend geknor hooren, opende de deur eener kleine slaapkamer naast de groote keuken, waarin hij de vreemden eerst gelaten had, en wenkte haar om binnen te gaan. Hij stak nog eene kaars aan, zette deze op tafel en richtte toen het woord tot Eliza. "Ik zeg u, meid, gij behoeft niet bang te zijn; laat hier maar komen wie wil.

Zij zijn volstrekt niet zoo plomp en onbeholpen, als zij er uitzien; integendeel, hunne bewegingen zijn betrekkelijk vlug. Hun gang is tamelijk snel, zij draven flink, hun galop bestaat uit een opeenvolging van eigenaardige sprongen, die alle gepaard gaan met een veel beteekenend geknor. Alle zwemmen voortreffelijk; zij trekken zelfs zeearmen over, om van het eene eiland op het andere te komen.

Toen ik dichter bij kwam, lieten zij telkens hun eigenaardig geluid hooren: een dof, afgebroken geknor, dat op zichzelf niet veel toon inhoudt, doch meer een gevolg is van de plotselinge uitdrijving der lucht. Het eenige mij bekende geluid, dat hiermeê overeenkomt, is het eerste schorre geblaf van een grooten hond.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek