Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 16 juli 2025


Het viertal vervolgde den klinkerweg naar Peking, die vier en twintig uur lang en met boomen beplant is en zoo kwamen zij gezond en wel te Tong-Tchéou aan, Kin-Fo altijd nog tweehonderdduizend dollars waard, Craig en Fry zoo frisch als bij het begin der reis, Soun aamborstig, kreupel en met een staart die nauwelijks nog op dien naam aanspraak mocht maken. Het was 19 Juni.

Een uur later verlieten Kin-Fo en zijne trawanten hunne kamers om te ontbijten en te beraadslagen over hetgeen hun nu te doen stond. »Eerst moeten wij", meenden Craig en Fry, »de courant inzien, of er ook iets in staat dat ons raakt." »Je hebt gelijk", sprak Kin-Fo, »misschien lezen wij er in wat er van Wang geworden is." Zij verlieten dus het hotel.

Craig en Fry vernamen dus door Soun alles wat zij verlangden te weten, hetgeen ongeveer op het volgende neerkwam: Had Kin-Fo in den laatsten tijd iets in zijne gewone levenswijze veranderd?

Er begon werkelijk ook wat wind te komen, doch dit was nog zoo weinig, dat men alleen op de pagaaien mocht vertrouwen, om uit het vaarwater van de Sam-Yep te komen. Na een paar minuten waren Kin-Fo, Craig en Fry zoodanig aan hun nieuwen toestand gewend, dat zij instinctmatig alles deden wat de inrichting van het toestel vorderde of onderstelde, zonder ooit te aarzelen of mis te tasten.

»Ja!" antwoordde Craig, »want ik kan niet begrijpen hoe die ellendelingen te weten gekomen zijn dat wij passagiers aan boord zouden zijn!" »'t Is waarlijk onverklaarbaar," voegde Fry er bij. »Het doet er niet toe," sprak Kin-Fo, »zij hebben het geweten en wij zijn het gevaar ontsnapt!" »Ontsnapt!" antwoordde Craig. »Neen, zoolang de Sam-Yep in 't gezicht is, zijn wij niet buiten gevaar!"

Te vergeefs waren de meest bekwame politiedienaars aan 't werk geweest. De philosoof was niet te vinden. Ondertusschen verdubbelden Craig en Fry, die hoe langer hoe meer onrust gevoelden, hunne voorzorgen.

"Wel, Fry.... ouwe jongen!.... dat zou je genoegen doen, niet waar?" had de kok gevraagd. "Wat?" "Eens te gaan kijken, wat daar al zoo boven omgaat!" "Neen, waarachtig niet!" "Wat, niet?" "Ik zal niet gaan.... Ik weiger bepaald!..." antwoordde de domkop, die al die dwaasheden voor goede munt opnam en niet begreep, dat de oolijke Gasconjer hem voor den gek hield. "Waarom, Fry, wil je niet gaan?"

Door een smallen gang, die vrijgelaten was tusschen de dubbele rij kisten, kon men van het eene einde van het ruim naar het andere gaan, nu eens in het volle licht als men in de nabijheid van het luik was, dan weder in schemerlicht of in een bijna volkomen duister. Craig en Fry liepen zwijgend, alsof zij zich in een praalgraf bevonden, in dezen gang op en neder.

Uit voorzorg liepen Craig en Fry aan weerszijden van Kin-Fo, al de voorbijgangers nauwkeurig in het oog houdende en zorgende dat niemand hem naderen kon. Zij gingen zoo door de nauwe straten der stad en kwamen op de kade, waar een nommer der Staatscourant gekocht en gretig doorgekeken werd.

Dat was een wijze voorzorgsmaatregel. De zon zou spoedig de vochtigheid doen opdrogen, die door een drie- of viertal golven, tijdens den typhon, in 't inwendige van 't vaartuig gebracht was. Craig en Fry waren bij hunne wandelingen over het dek reeds herhaaldelijk blijven stilstaan bij het groote luik.

Woord Van De Dag

dompelende

Anderen Op Zoek