Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 23 juli 2025
Toen ik met mijne duur verkregen eer, met moeite en bloed gekocht, terugkeerde, vond ik haar gehuwd met een Gasconjer, wiens naam nooit gehoord was buiten de grenzen van zijn eigen armzalig gebied! Ik beminde haar oprecht, en bitter wreekte ik mij wegens hare geschondene trouw! Maar mijne wraak is op mij zelven teruggevallen. Sedert dien dag heb ik mij losgescheurd van het leven en zijne banden.
Het middagmaal was naauwelijks redelijk, de Gasconjer bezorgde 'er ons de koffij nog bij, om het wat te vergoeden. De soepen, die men in deze landstreek eet, zijn doorgaans zoo dik door het brood, dat men ze bijna met een vork eten kan. Van knoflook houdt men veel. Spottender wijze wordt die dan ook wel Truffes de la Gascogne genoemd.
De voornaamste waren een gewezen Kapitoul van Toulouse, een bejaard Heer met zijne dochter, en een Gasconjer, die te Ausch op den wagen gekomen was, en voor zijn vermaak Bagnères ging bezoeken.
Louis, en een Gasconjer, die als jager onder het Fransche leger in Egypte gediend had, en die zeer Republikeinschgezind scheen; en onder anderen zeide: "Hoewel de Republiek niet meêr bestaat, 'er bestaan toch nog Republikeinen." De anderen waren het altijd niet met hem eens; en dit een en ander leverde voor mij een niet onvermakelijk gesprek op.
En Frycollin zou op het dek neergestort zijn, wanneer de kok hem niet in zijne armen had opgevangen. Die kok was een Franschman, misschien wel een Gasconjer, hoewel hij François Tapage heette, hetwelk in goed Hollandsch door Franciscus de Levenmaker kan vertaald worden. Maar al was hij geen Gasconjer, zoo had hij toch in zijne jeugd de briesjes, die over de Garonne waaien, moeten inademen.
"En wegens het vullen van uw kelders verleden jaar met de behoorlijke hoeveelheid Gasconjer wijn," viel de Jood hem in de rede; "maar dat, dat is eene kleinigheid." "Hoort dien ongeloovigen hond!" riep de Prior; "hij praat, alsof onze heilige broederschap in schulden geraakt ware voor den wijn, welken wij verlof hebben te drinken, propter necessitatem et ad frigus depellendum.
Frycollin van zijn kant trachtte, op nadrukkelijk aandringen van zijn baas Uncle Prudent, den kok François Tapage met betrekking tot den ingenieur Robur te polsen. Maar, hoe kon aan het gekakel en gezwets van dien Gasconjer eenig gewicht gehecht worden? Hoe kon het iemand in het hoofd komen, daarop staat te maken?
"Wel, Fry.... ouwe jongen!.... dat zou je genoegen doen, niet waar?" had de kok gevraagd. "Wat?" "Eens te gaan kijken, wat daar al zoo boven omgaat!" "Neen, waarachtig niet!" "Wat, niet?" "Ik zal niet gaan.... Ik weiger bepaald!..." antwoordde de domkop, die al die dwaasheden voor goede munt opnam en niet begreep, dat de oolijke Gasconjer hem voor den gek hield. "Waarom, Fry, wil je niet gaan?"
Het viel mij dan ook niet moeijelijk om te ontdekken, dat de gewezen Kapitoul Bourbons-gezind was; de bejaarde Heer een voorstander van de tegenswoordige orde van zaken, en de Gasconjer tamelijk onverschillig, hoewel nog meer naar de oude dan naar de tegenwoordige regering overhellende, omdat de Provincien toen ook nog wat intebrengen hadden.
Je zoudt dadelijk genezen worden." "Mij dunkt, dat bij die snelheid alles uit zijne voegen gerukt wordt," jammerde Frycollin. "Dat is best mogelijk, mijn goede Fry. Maar weet je wat nogal geruststellend is?" "Wat dan, master Tapage?" "Dat is, dat wij zoo snel vliegen, dat, al ging de boel uit elkaar, wij toch niet vallen kunnen." "Meent gij?" "Op mijn woord van Gasconjer!"
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek