Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 12 oktober 2025
"Erving zou het niet weer willen verkoopen?" viel de oude dame in: "ha, ha, dan kent gij hem niet; het komt er bij zulke lieden slechts op aan, hoeveel men biedt; voor een kleine winst verkoopt zulk volk zijne zaligheid. Neen, neen, beste overste, dat is een belachelijk denkbeeld, dat ik van u niet verwacht had. Ik wil om alles met u wedden: bied hem zoo en zooveel meer, en het bosch is 't uwe."
Juffrouw Erving en de predikantsvrouw knikten elkander vriendelijk toe, en toen Selldorf de talrijk opgekomen schaar overzag, verbeeldde hij zich, dat aller blikken op zijne beminnelijke buurvrouw gevestigd waren. Deze zat intusschen met gebogen hoofd, de handen in den schoot gevouwen, en hare lippen bewogen zich zacht; haar buurman meende zelfs eens eene traan op het witte kleed te zien vallen.
Zij groeide met hem op; toch was de molenaarsvrouw, die even huishoudelijk als godsdienstig was, er zeer op gesteld, dat het arme weeskind in haar eigen stand bleef. Zij zou haar later als meid dienen, maar juffrouw Erving kon en wilde het niet beletten, dat de drie kinderen te zamen speelden, en er tusschen de beide meisjes een vriendschap ontstond, die met de jaren steeds vaster werd.
"Erving," sprak zij toen ernstig, en beschouwde de slanke gestalte, die met het voorschoot vol bloemen naderde, "Erving, ik moet nu nauwkeurig letten op uwen Selldorf." "Doe dat Mina," antwoordde hij en liet hare hand los. "Gij zult een rechtschapen mensch leeren kennen." En daarmede kuste hij haar op het voorhoofd en liet haar alleen met hare droomen.
Selldorf stond bij de kerkdeur; blozend bood hij Liesje bij het uitstijgen de hand, en vroeg den heer Erving vergunning in zijne bank te mogen plaats nemen. Zoo zat hij gedurende de prediking naast haar, en tante Marie zat naast hare ouders, op de voorste stoelen. Eere, wien eere toekomt!
"Ik bid u, spreek dat woord niet uit, vertel mij liever wat, neef! tot ik naar binnen moet om toilet te maken. Voor wie kleedt men zich hier eigenlijk?" zeide zij, schouder ophalend. "Zeg eens," vervolgde zij, en schommelde zich weder in haar stoel, "wie is dat meisje, waartegen uwe grootmoeder neem het mij niet kwalijk zoo onuitsprekelijk lomp was?" "Liesje Erving."
"Morgen?" vroeg Erving, "hm! dan is immers Selldorf onze gast; wat zullen wij beiden alleen met hem beginnen?" "O, zij blijft immers niet lang boven; ze hebben bezoek op het slot; de nicht van wie Nelly vertelde, en Army; maar Liesje is er tot nu toe nog altijd geweest om vroolijke feestdagen te wenschen, en kan het dus nu niet best nalaten." Hij knikte verstrooid.
"Ja, zeker; mijnheer Erving verklaarde mij ten eerste dat hij voor zijn kind een man verlangde, die haar liefhad; hij wilde niet, dat zij als een lastige toegift bij haar geld beschouwd zou worden dat was duidelijk niet waar? Ik kan het den man niet kwalijk nemen; ik gevoelde mij, toen ik voor hem stond, zoo verduiveld verachtelijk, als nog nooit in mijn leven."
Gewoonlijk aten de heeren, die bij hem in de leer waren, boven in het huis dat zij bewoonden, want de heer Erving bevond zich het liefst uitsluitend te midden der zijnen; heden had hij echter eene uitzondering gemaakt, omdat hij zeer bevriend was met den vader van den jongen man.
Hij hield de beeltenis omhoog, om het beter te zien, en had het nog in de hand, toen de heer Erving binnentrad. Op het gelaat van den statigen man lag eene uitdrukking, die men er anders niet op vond, van zorg en spanning; hij had zeker dien nacht weinig geslapen. "Vergeef mij, dat ik u liet wachten!" begon hij het gesprek en reikte den jonkman zijn hand.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek