Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 14 mei 2025


"Hij, dien gij zoo lafhartig hebt neergeveld," antwoordde Enide op trotschen toon, "is prins Erec, de eenige zoon en erfgenaam van koning Lac en ik ben Enide, zijne echtgenoote." De onbekende slaakte een uitroep van ontsteltenis.

In den strijd, die nu volgde, moest Galoain het echter tegenover de groote krijgsmanskunst van zijn vijand weldra afleggen en toen Erec hem eene diepe wonde in de zijde had toegebracht, zonk hij op de knieën en smeekte om genade.

Langs een pad, dat van den heuvel naar omlaag voerde, naderde een jongeling met eene groote mand op de schouders, waaruit een geur van versch gebakken brood opsteeg. Ondanks zijne zware vracht liep hij vlug en opgewekt, onder het voortgaan een lustig liedje neuriënd. Erec hield hem staande: "Wat hebt ge daar in uwe mand, vriend?" sprak hij, "en waar brengt gij ze heen?

Toen hij zijn tegenstander voor zich op de knieën zag vallen, stak Erec met een gevoel van groote dankbaarheid zijn zwaard in de schede, reikte den overwonnene de hand en beduidde hem op te staan. De vreemdeling rees verheugd overeind en dankte Erec voor diens ridderlijk optreden. Tevens verzocht hij hem zijn naam te noemen, opdat hij weten zou, wie hem overwonnen had.

Tenslotte, wanneer Erec dodelik gewond bewusteloos voor dood nederligt en Enide juist door een burchtheer gedwongen zal worden hem te trouwen, komt Erec door haar kreten weer tot bewustzijn, vliegt op en bevrijdt haar... Zij omhelzen elkaar; aangedaan dankt hij zijn Enide telkens wanneer zij ongehoorzaam was had zij in werkelikheid hem eigelik weer een bewijs van haar liefde gegeven en van nu af leven zij in een en al geluk zonder de minste wolkjes.

"Dan zijt gij het, dien ik zoek!" riep hij uit, "mijn vriend Erec, die, zoo zeide men mij, door de roofridders van Limors gevankelijk was medegevoerd en dien ik uit dat hol van verderf wilde bevrijden! God geve, dat ik in mijne onbesuisdheid geen misdaad heb begaan!"

Drie der ridders lagen weldra op den grond te zieltogen, de beide anderen vluchtten met achterlating van hunne paarden en wapenen. Zonder een woord te spreken bond Erec de teugels der dieren samen, overhandigde ze aan Enide en beval haar voort te rijden.

Zoo wikte en woog Enide het vóór en tegen van hare handelwijze en tobde zich af met het uitdenken van middelen, die Erec met haar zouden verzoenen, totdat het eindelijk begon te dagen tusschen de boomen en kort daarop de zonnestralen haar koesterend omvingen. Toen ontwaakte Erec, geheel verfrischt door zijne lange sluimering.

Omstreeks het jaar 1160 schreef deze zijn "Erec", dat als het oudste bestaande dichtwerk van zijne hand voor ons bewaard is gebleven. De dichter zegt als bron te hebben gebruikt een "conte d'aventure", dus een verhaal, dat hem bij monde van een reizend zanger of speelman ter oore was gekomen.

Zooals reeds eerder vermeld werd, is "Erec" het eerste gedicht van Chrétien de Troies, dat voor ons in handschriften bewaard is gebleven. Het aantal dezer handschriften is zeven. Over den tijd van ontstaan is in het gedicht geenerlei aanwijzing te vinden, zelfs ontbreekt elke toespeling op tijdgenooten of gelijktijdige gebeurtenissen.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek