Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 14 mei 2025
Yder deed, wat hem bevolen was en Erec begaf zich met Enide, die den gouden sperwer met zich mededroeg, in gezelschap van hare ouders huiswaarts. Groote vreugde heerschte dien avond in het bouwvallige kasteel; de oude graaf was opgewonden over den goeden afloop van den strijd en over al het geluk, dat zijn gezin daardoor ten deel zou vallen.
Volgens Foerster dient dus aan Chrétien in de vervaardiging van zijn "Erec" de grootst mogelijke oorspronkelijkheid te worden toegekend.
W. Foerster, den bekenden uitgever van Chrétien's gedichten, hierdoor verklaard, dat Hartmann bij de bewerking van "Yvain" niet geheel naar zijn eigen wil heeft gewerkt, maar om de een of andere reden zich heeft moeten schikken naar den wensch van een vriend of beschermheer, die een getrouwer beeld van het Fransche gedicht verlangde, dan de dichter indertijd van "Erec" had gegeven.
Hier had een enkel stuk muur zich staande gehouden, en zag Erec den roodgekleurden avondhemel door de omlijsting van wat eens een boogvenster was geweest; ginds bespeurde hij eene torentrap, waarvan de omringende muren waren ingestort en die nu nutteloos was geworden; lange klimopranken hingen langs de trap omlaag en bedekten de uitgesleten treden met hare groene slingers.
Sedert ik hier binnentrad, ken ik geen grooter wensch op aarde, dan haar de mijne te mogen noemen; geloof mij, ik zal haar gelukkig maken en haar mijn leven lang eeren en liefhebben. Nog steeds weet ge niet, wie ik ben. Mijn naam is Erec, ik ben de zoon van koning Lac en een ridder van koning Arthur.
Waar nu zooeven werd gezegd, dat de beide gedichten: "Erec" en "Yvain" gewijd zijn aan eene beschouwing van hetzelfde vraagstuk, zoo dient hier terstond te worden vastgesteld, dat de oplossing daarvan in het eerstgenoemde werk geheel verschillend is van die in het latere gedicht. In "Erec" moet de liefde zich buigen voor de gemeenschapsplichten van den held.
Hier werd hij uit zijn gepeins opgeschrikt door den vreemden ridder, die zich aan hem bekend maakte als Heer Cadroc van Tabriol en nu wederkeerig wenschte te weten, welke de naam was van zijn bevrijder. Maar Erec, wiens weeke stemming van zooeven weer geheel verdwenen was, weigerde kortaf dien te noemen en beval Heer Cadroc naar het hof van koning Arthur te gaan om hem aldaar te vernemen.
Wat! hij een zwakkeling, hij buigen voor de grillen eener vrouw, hij, Erec, de fiere koningszoon, wiens wil wet was in het rijk zijns vaders en die, in het bewustzijn van zijn hoogen rang, vol hoogmoed placht neer te zien op de ridders uit zijne omgeving! Hoe durfden zij het wagen, die laffe vleiers en kruipers, om hem achter zijn rug te bespotten!
Opgetogen van vreugde dankte de knaap hem voor dit kostbare geschenk en toen Erec hem verzocht, hun een geschikt onderkomen voor den nacht aan te wijzen, verzekerde hij hem, daar gaarne voor te willen zorgen. Het drietal begaf zich nu den heuvel op en weldra had Erec met behulp van den knaap eene herberg gevonden, waar men hem een ruim vertrek aanwees als nachtverblijf voor hem en Enide.
Eindelijk kon hij zich niet langer bedwingen en vroeg Erec vergunning om vóór zijn vertrek nog afscheid te mogen nemen van zijne schoone gastvrouw.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek