Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 6 september 2025
Overal, 't groeit overal entwat. 2 Wrat. 3 Borstwering. 4 Iemand. 5 Dakvorst. 6 Spleet. 7 Pel, schors. 8 Van overrijpe, rottende vruchten. 9 Het een of ander dat verrot is of vergaan, waaruit nieuw welig leven kan opschieten; vei = vet, sappig, groeizaam, vruchtbaar. 10 Mest. 11 Slijmzwam.
Een ratelend gerucht steeg uit zijne keel. Ze wilde hem zijwaarts duwen. Hij sprong naar achteren en draaide om den stam van een boom, voortdurig zijn lachend wezen wendend naar haar. Ze stapte haastig voorbij en dacht: Hij weet entwat. Zijn lach waggelde achter haar en dook wijder weg in het duistere gebladerte.
Dan stonden zij op met dreigende meening van vertrekken, maar: Daar en ia geen gedacht van, nu al, zegde de boer, onze achternoen is gezellig voorbij, we gaan er nog een steertje aanbinden met hespe en brood en een versche kruike bier of moet ge nog entwie of entwat gaan bezoeken? vroeg hij fijn pieroogend, ge hebt hier uw gerief, en hij schetterlachte bij die geestigheid.
't Schemerde entwat in den ledigen sliet; de man lag als een vormelooze, zwarte fakel, zijne oude muts hing over de schouders voorwaards tusschen de opgetrokken knieën en de armen daarrond gekruist; Ghielen lag lijk lange dood en zonder hoofd ineengezonken, moe van waken bij dat groot achterlijf van de koe dat wit vlekte nu met den steert die rustig rondkwispelde. Ghielen zijn mutse hief.
Allerwege zag hij entwat, dat liefderijk was en goedheid asemde. De menschen op strate, de peerden en de honden.... Goedele keek ernaar, omdat hij er kon over klappen met zoo'n innigheid, zoo'n belang. Hij groef in hare hersens diepe prenten, een nieuwe vizie der dingen, en ze was nooit moe, ze hoorde hem aan met groote aandacht.
*t Was weerom koud in huis maar er hing entwat in de lucht: 't overblijfsel van die sterke hoop op uitkomst waarmede ze gister gaan slapen waren en dat miek den uchtend anders en buiten de gewone verdrietigheid van koude en gebrek. De jongens roerden stille zonder spreken.
Al keek ze met koppige aandacht naar 't verfrommeld wezen van de oude dame, ze zag dat wezen niet en sterk spookte in hare hersens 't zicht van haar verloren vreugde. Ze probeerde dan zich buiten 't bereik van hare foltering te helpen met spreken. Ze wilde eene lichte conversatie beginnen en zei blozend entwat over 't liefelijke weer. Een schoone oogst, niet waar, mevrouw? Ja.
Ho, Dolf! riep hij ineens. Hij hoorde 't zoo duidelijk nu als van een mensch uitgesproken, en eer hij 't zijn handen vast bevolen had, snokten ze 't zeel en Dolf, de gezapige os, stond palstil te wachten. Verlinde wist nu eigenlijk niet wat hij er van houden moest. Freê, zegt ge entwat? De oude knecht rekte den hals lang uit bezijds de kar en: Ik, neen-ik, boer.
Ze leefde even sterk als in den nanoen, maar 't was tegenwoordig een bewustvolle, rijpe leven, de moutere uitslag van 't schaterend rumoer over dag. Sprakeloos gingen ze en drongen binnen 't nachtlijke woud. Hij vroeg of ze entwat vreesde. Het docht hem dat hare hand beefde en ze meteen de bangheid taakte, die onder 't somber gewelf der beuken varende was.
Mij, Goedele, overvalt gedurig het prachtige zicht der toekomst, waar gij almachtige godinne zijt. Ik schik dan alles en verander hier en daar een beeld, en 'k zoeke vlijtig of 't nievers u bezeeren kan. Zoo scheppe 'k in mijne gepeinzen de zoetste zoetigheid om u, en hoe zou daar entwat haperen, als gij er lachend en stralend te midden staat...?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek