Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 23 juni 2025
Hij komt aan het hof van koning Arthur, waar »le valet sauvage", zoals de dichter hem noemt, dadelik zonder blikken of blozen eist een uitrusting te krijgen en tot ridder geslagen te worden.
"Misdadige leugenaars tijgen GODFRIED VAN BOUILLON aan dat HELIAS, de Zwaanridder, zijn grootvader van moederszijde was" zegt hij in zijn Spieghel Historiael en elders in datzelfde werk over GODFRIED sprekend: Noch wijf, no man, als ict vernam, Ne was noit zwane, daer hi af quam, Al eist dattem Brabanters beroemen, Dat si vanden zwane sijn coemen .
"Maar Robrecht," hernam de vader, "hebt gij geen medelijden met mij, met uw rampzalige zuster Philippa, met uw Vaderland, dat gij het enigste middel dat ons nog redden kan verwerpt?" Robrecht door pijn en woede aangedaan wrong zijn vuisten met onstuimige drift. "Wat eist gij nu, o heer en Vader," antwoordde hij, "dat een Fransman op mij als op een slaaf nederzie?
En zij neemt dadelik het besluit hem, zoals hij daar in het bad zit, te doden. Een echt pikante situatie, die de ridderlike versies in detail uitwerken: die naakte held geheel in de macht van het jonge meisje. Tristan herinnert er haar aan dat hij haar zal moeten helpen, nu de Seneskalk beweert de draak gedood te hebben en haar hand eist.
In de Heimelycheit der Heimelychede lezen wij: Nu betaemt wel elken heere Die bewaren wille sine eere, Dat hi scrivers met hem houde, Vroede liede, jonghe ende oude, Die scone ende wel connen dichten, Ende met sconen worden verlichten Connen dat sijn heere wille. ... Want ghelijc dat smenscen lede Scoonre sijn ghecleedt dan naect, Also eist dat men een dicht maect, Daer men der wareit niet ut en gheet Ende ment met scone worden cleet.
Dat anderen weecht, es mi gheen last. En tot den "begriper" zeggen zij: So wie dat spreken wille up mi, Bezye hem selven, wie hi zi. Es hi goet ende al de zine, So eist mi te mindre pine . Doch wie zich ook aan de critiek ergeren mocht, zij zweeg daarom niet. Het zaad, door MAERLANT uitgestrooid, dat wij reeds zagen opkomen in de leerdichten, droeg ook hier vrucht bij genoemden en ongenoemden.
Vooral is hoofsheid tegen de dames een ridderplicht; een dame niet te groeten is een misdaad, die gezoend moet worden; de hand aan een vrouw te slaan zelfs al zou zij daar zelf schuld aan zijn doordat zij zich tussen de strijdenden geworpen had eist een lange tijd van boetedoening.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek