United States or Tuvalu ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hij komt aan het hof van koning Arthur, waar »le valet sauvage", zoals de dichter hem noemt, dadelik zonder blikken of blozen eist een uitrusting te krijgen en tot ridder geslagen te worden.

Ook Sauvage schat de lengte van sommige op vijf-en-dertig meters. De stegosauren waren tweevoetige kruipende dieren, die eene lengte konden bereiken van 10 meters; de voorste ledematen zijn veel korter en minder stevig dan de achterste ledematen; vijf vingers aan ieder dier ledematen, kleine kop en kleine schedel; een waterdier, dat zich met planten voedde.

Gaat hij er niet haast mee uitscheiden! dacht ik bij mezelf. 't Was warm daarbinnen en ik voelde mijn wangen gloeien. Sarcelle; canard sauvage; dinde Maison? ging hij onverdroten voort. Dinde Maison, echode ik nog eens, heelemaal onder zijn invloed en machinaal reageerend op zijn laatste klanken.

Wij hadden onzen intrek genomen au grand Hotèl du Sauvage, alwaar wij s'avonds aan tafel zittende, zeer lastig gevallen werden, door verscheidene koopvrouwen in messen, scharen en diergelijk tuig, dat voornamelijk te Moulins, hoofdplaats van het Departement 'Allier, voorheen le Bourbonnois, gemaakt wordt. St.

"Het Solenhofensche dier is," zoo zegt Sauvage, "zeer klein, en is belangrijk door de onevenredigheid tusschen de voorste en de achterste ledematen; die laatste toch zijn lang, de andere zeer kort, de voorste wervels zijn van voren bol, van achteren hol; de lange hals eindigt in eenen kop, die veel op dien der vogels gelijkt; de tanden zijn talrijk, de voor- en achterpooten hebben slechts drie vingers, het grootste hielbeen is met het scheenbeen verbonden, zooals men dat bij de vogels ziet.

Uitgeg. in KAUSLER'S Altn. Ged., III, 177-181. Het is vertaald uit het Fransche "Doctrinal d'un rimeur nommé Sauvage"; vgl. PETIT DE JULEVILLE'S Hist. de la Litt. Franç., II, 185, waar het "banal et confus" wordt genoemd. no. 2 en no. 3 eveneens uitgeg. door Dr. Vgl. ook Ned. Spect., 1891, no. 41; 1893, no. 1. Over andere derg. geschriften vgl. TE WINKEL, bl. 405. Vgl. no. 28, no. 2.

Die »kringen", dat zijn de uitverkorene edelen, over die alleen is het de moeite waard te spreken: een dode edelman is meer waard, heet het, dan een levende burger. En het enige leven waar men iets aan heeft is dan ook dat in die kringen; men moet »sich gesellen", anders wordt men »sauvage", »ongemanierd", zoals Parzival of Iwein dit werden in de eenzaamheid van het bos.