Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 8 juli 2025


Nu was hij toch verloren, want daar stond hij, die gevaarlijker was dan menschen en roofvogels. Dat was niemand anders dan Caesar zelf, de langharige jachthond, die hem nieuwsgierig besnuffelde. Hoe akelig bang was Jarro den vorigen zomer niet geweest, toen hij nog een klein, geel, donzig jong eendje was, telkens als het geroep door het rietveld had geklonken, "daar komt Caesar aan!

Het arme eendje werd door allen geplaagd; zelfs zijn zusters waren kwaad op hem en zeiden steeds: «Mocht de kat je maar beetpakken, jou leelijk schepselEn de moeder zeide: «Ik wou, dat je maar ver hier vandaan waartDe eenden beten het, en de kippen pikten het, en de meid, die de beesten eten moest geven, schopte het. Nu liep het weg en vloog over de schutting.

Je kunt mij gerust gelooven! Ik meen het goed met je. Ik zeg je de waarheid, al vind je dit ook niet prettig, en daaraan kan men zien, wie zijn ware vrienden zijn. Doe je best maar om eieren te leggen of te spinnen of vonken uit je lijf te laten komen.» «Ik denk, dat ik de wijde wereld maar in zal gaanzei het eendje. «Ja, doe dat maarliet de kip hierop volgen.

Nu kwam de herfst; de bladeren in het bosch werden geel en bruin; de wind rukte ze af, zoodat zij in de rondte dansten, en boven in de lucht was het snerpend koud; de wolken zaten vol hagel en sneeuw; en op de heg zat een raaf en deed haar klagend gekras hooren. Het arme eendje had het al heel slecht!

Ik wil niet van mij zelf spreken. Vraag het zelf maar aan onze meesteres, de oude vrouw; wijzer dan zij is niemand op de wereld! Denk je misschien, dat zij plezier heeft om te zwemmen en het water boven haar hoofd uit te laten spatten?» «Je begrijpt mij nietzei het eendje. «Begrijpen wij je niet? Wie zou je dan kunnen begrijpen?

«Goddankzei het eendje met een zucht; «ik ben zoo leelijk, dat de hond mij zelfs niet wil bijtenEn zoo bleef het roerloos liggen, terwijl de hagel door het riet snorde en er schot op schot knalde.

Tegen den avond bereikte het een kleine, armoedige boerenhut; deze was zoo bouwvallig, dat zij zelf niet wist, naar welken kant zij zou vallen, en daarom bleef zij maar staan. De storm gierde zoo verschrikkelijk om het eendje heen, dat het moest gaan zitten, om niet omver te waaien.

En foei! wat ziet dat eene eendje er uit! Dat willen wij hier niet hebbenEn terstond vloog er een oude eend naar het arme beest toe en beet het in den nek. «Wil je dat nu wel eens latenzei de moeder. «Het doet immers niemand kwaad!» «Dat is wel mogelijk, maar het is te groot en ziet er zoo vreemd uitzei de andere eend, «en daarom moet het eens een pikje hebben

En de kater was heer in huis, en de kip was er zoo goed als vrouw, en altijd zeiden zij: «Wij en de wereldWant zij dachten, dat zij de helft waren, en verreweg de beste helft. Het eendje gaf als zijn meening te kennen, dat het toch ook wel eens anders zou kunnen zijn; maar dat kon de kip niet velen. «Kun je eieren leggenvroeg zij. «Neen.» «Welnu, wil je dan wel eens zwijgen

Let-e kier op als ze weere boven komt. Ik lette op en ja, waarachtig, er was wel iets van aan. Je kon het eigenlijk meer raden dan zien; maar toch, er ontbrak iets aan de mooie, rechte lijn, die bij zulk een mooi, flink meisje paste. Hoe gek, dat ik het nooit had opgemerkt! Nu zag ik het wel degelijk, ook aan haar gang, die een ietsje waggelachtigs had, als van een lief, jong eendje.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek