Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 8 juli 2025
De vogeltjes in het geboomte vlogen daardoor verschrikt op. «Dat komt, omdat ik zoo leelijk ben,» dacht het eendje, kneep de oogen even dicht en liep toen weer voort. Zoo kwam het aan het groote moeras, waar de wilde eenden woonden. Hier lag het den geheelen nacht; het was vermoeid en verdrietig.
Zelfs de vlierboom boog zich met zijn takken tot hem in het water neer, en de zon scheen warm en liefelijk! Nu klapte hij met zijn vleugels, richtte zijn slanken hals op en jubelde van ganscher harte: «Zooveel geluk had ik mij niet kunnen voorstellen, toen ik nog een leelijk eendje was!» Hebt ge ooit de geschiedenis van de oude straatlantaarn gehoord?
En het eendje zat in den hoek en voelde zich diep ongelukkig; daar drong de zonneschijn in het huisje door; het kreeg zulk een lust om in het water te zwemmen, dat het zich niet kon weerhouden, dit tegen de kip te zeggen. «Wat is dat voor een dwaze inval!» zei deze. «Je hebt niets uit te voeren, en daarom verzin je allerlei dwaasheden. Leg eieren of spin, en maak je anders uit de voeten!»
Maar al den nood en de ellende, welke het eendje in dien strengen winter moest doorstaan, te vertellen, zou te akelig zijn. Het lag in het moeras tusschen het riet, toen de zon weer warm begon te schijnen. De leeuweriken zongen. Het was lente geworden.
Het vroor, dat het kraakte; het eendje moest voortdurend zijn pooten gebruiken, opdat het gat niet geheel dicht zou gaan. Eindelijk werd het moede, bleef doodstil liggen en vroor in het ijs vast. 's Morgens vroeg kwam er een boer voorbij. Toen hij het eendje zag, ging hij er heen, trapte het ijs met zijn klomp aan stukken en bracht het dier naar zijn vrouw toe. Daar kwam het weer bij.
Nu kon het eendje op eens zijn vleugels uitslaan; deze klapten luider dan vroeger en droegen hem krachtig van daar; en voordat het beest het recht wist, bevond het zich in een grooten tuin, waarin de vlierboomen geurden en hun lange, groene takken tot in het water neerbogen. O, hier was het zoo schoon, zoo heerlijk!
«Het zijn lieve kinderen die de moeder heeft,» zei de oude eend met het lapje om den poot, «zij zijn allemaal mooi, behalve dat eene; dat is mislukt; ik zou wel willen, dal je dat eens wat anders kondt maken.» «Dat gaat immers niet,» zei de moeder van het eendje; «het is wel niet mooi, maar het heeft een goed hart en zwemt even flink als al de anderen, ja, ik moet zeggen, nog beter.
De kip had korte, lage pooten, en daarom werd zij juffrouw Kortbeen genoemd; zij legde heerlijke eieren, en de vrouw had haar zoo lief, alsof zij haar kind was. 's Morgens zag men het vreemde eendje dadelijk, en nu begon de kater te blazen en de kip te kakelen.
Zij stegen zoo hoog, zoo hoog, dat het het leelijke jonge eendje wonderlijk te moede werd. Het draaide zich als een tol in het water rond, strekte zijn kop hoog in de lucht naar de zwanen uit en gaf zulk een luiden en zonderlingen schreeuw, dat het er zelf van schrikte.
De kinderen wilden met hem spelen; maar het eendje dacht, dat zij hem kwaad wilden doen en vloog in zijn angst juist in het melkvat, zoodat de melk overal in de kamer rondspatte. De vrouw sloeg de handen in elkaar, waarop het eerst in het botervat en toen in de meelton vloog. Wat zag het er nu uit!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek