Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 22 oktober 2025
En was Luters Vader evenwel zo wel de Vader van Luter niet, als Jan Edeling Vader is van zynen Zoon Hendrik; en waar was dan je hele Geloof gebleven? Dat je op je Kerk gestelt bent, eer heeft uw hart; dat's braaf! maar hier, ik, zei de gek, ben ook op myn Kerk gestelt, en myn hart het ook eer, zou ik denken.
Ik was niet heel gemaklyk, want Juffrouw Hartog my iets, 't geen ik haar verzogt, wat onbeleeft aanreikende, en er by voegende: "ei, altyd dat gelach, 't zal wat te beduiden hebben, als wy 't wisten!" gaf ik haar een antwoord, 't welk aantoonde, dat ik haar, schoon veel ouder, niet voor myne Voogdes begeerde. Ik heb u nog niet gezegt, dat de Heer Edeling hier alweêr geweest is.
Zo de lieve Johannes eens aan hem schreef, hy zou zeggen: Ik schryve u, Jongeling, want gy hebt de waereld overwonnen. Ik spreke uit ondervinding. De Godsdienstige Edeling is by my geweest, maar zo als hy zich omtrent uwe Tante gedroeg; ô Vriendinne, dat was het werkent Christendom! Uwe Tante weende bitterlyk.
HONDERD-VIERDE BRIEF. Wed. Spilgoed aan Hendrik Edeling; houd maar moed; ze heeft uw vader gezien, bevalt haar niet, maar ze zal u zelf schrijven. Wel-edel Heer! Myne achting voor u moet wel zeer ongegront zyn, indien ik ooit reden heb my te beklagen over het schryven deezes Briefs. Dit stel ik onder het onmooglyke; ik zal des, in dit opzicht, aan uw verzoek voldoen.
Gy moogt héél wel met ordentelyke lieden uitgaan, als het maar niet te drok loopt: nu, gy zyt in goede handen; daar vertrouw ik op: Want gy zyt jong, kind; en ik weet, hoe de jonge lieden toch zyn. De Heer Hendrik Edeling is my zeer wel bekent: 't is een allerbest jong Heer, en een knap kaerel ook.
Want gierig ben ik, Goddank! niet, ik durf wel wat geven; maar ik ben er niet achter om het met gratie te doen. Ik tast in mijn zak en zeg, hou daar, en loop ten eerste weg. Nu, ik groet u van harte en blijf Uw toegenegen Broeder, Jan Edeling. Dit niet "met gratie" kunnen geven, dit "wegloopen" zoodra hij iets gegeven heeft, kenschetst een groot deel en wel het edelste, zijner persoonlijkheid.
Hoor, Paulus is myn man. Wat zeit die? Onderzoek de schriften. Dat klinkt u wat anders voor den snoet, dan zyn Geloof te laten leren. Weetje wat, Jan Edeling? daar is nog maar te veel Papery onder de Protestantsche Christenen.
Blankaart zei: "dat hy hem in alles raden en ook helpen zou, en met plaisier zag, dat zyn oogmerk dus verre gelukte." Beide bleven by ons eeten. Edeling hadt Brunier op de Beurs verzogt. Wy hadden een lieven avond. Beide de jongens waren vrolyk en vergenoegt.
PS. Ik hoor, dat Tante zal trouwen met een Heer die er veel in zyn Japon komt; die Heer ken ik; ô my! ô my! 't Is toch grappig ook. VIJF EN ZEVENTIGSTE BRIEF. Hendrik Edeling vertelt Cornelis wat hij zooal gedaan heeft; Sara is een engel! Hij zendt hem Blankaarts antwoord. Maar vader Edeling blijft koppig geen "Noach's ark van gelooven in zijn huis! Nooit!
DRIE EN VIJFTIGSTE BRIEF. Wed. Spilgoed schrijft aan Blankaart: Saartje is allerliefst! En nu is er een meneer, zekere Hendrik Edeling, die de wed. zelf uit den brand geholpen heeft een braaf man die naar Saartje vrijt. Hij is knap, 27
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek