Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 22 oktober 2025


HONDERD-NEGEN EN ZESTIGSTE BRIEF. Aletta Brunier en Willem logeeren bij Helmers. Willem moet op reis voor zaken. Jammer. HONDERD-ZEVENTIGSTE BRIEF. Willem aan Aletta: hij heeft haar innig lief! Hij heeft Jacob gesproken bij Blankaart: deze neemt Jacob bij zich. Hij is ook bij Hendrik en Saar geweest. Hendrik is weer beter. Waarde Vriendin! Geluk met een jongen Edeling!

Indien ik niet voorzag, dat wy beide gelukkig zouden zyn, ik zou u niet lastig vallen met myne bezoeken. Maar, helaas! ik vrees, dat ik de man uwer verkiezing niet ben! niet worden kan: evenwel gy verëert my met uwe achting; gy noemt my uw vriend. Hemel! Wie u ook van zyne liefde moge verzekeren, en welk een brillant lot men u moge aanbieden, uw Edeling bemint u meer, dan iemand u kan beminnen.

Hoe zal men my ontvangen? Wat zal de brave Edeling van my denken? 't Is mooglyk, dat hy reeds by ons geweest is. Zal de deugdzaamste der Vrouwen hem omtrent my misleiden? Wat zal zy kunnen zeggen? En ik had haar zo plegtig belooft, voortaan my geheel door haar te laten leiden. Hoe zal Hartog zich verheugen, indien dit geval ruchtbaar wordt. Kan het verborgen blijven? Heeft my niemand gezien?

Stappen wij nu van Edeling af en gaan we, zij 't alleen maar, om te bewijzen, dat de uitersten elkander in dit artikel tenminste raken, Cootje Brunier bekijken. Hij is op-end' op een petit-maître, zooals men zoo iemand noemde, maar een van de fatsoenlijke soort.

Hy is het, die aan Edeling uwe verlegenheid, door een ryken schacheraar u veroorzaakt, vertrouwde , er by voegende: "Myn Heer, ik heb geen geld, anders zou ik of Letje het al afgemaakt hebben; maar zeg het de brave vrouw nooit, dat ik het ben, die u dit zeide:" en hy sprak van u, als of gy zyne Moeder waart. Moet zo een jongen geen goede gronden hebben? Moet hy niet beloont worden? Wat zegt gy?

Doet Moeder wel goed? ZESTIGSTE BRIEF. Hendrik Edeling richt zich tot Blankaart, over Sara. Of er iets tegen is? Zijn vader zal bezwaar maken: Sara is niet Luthersch doch dat is misschien nog te ondervangen. Myn Heer! Ik ken genoeg van uwe omstandigheden en zedelyk karakter, om niet weinig in myn humeur te zyn, met het voornemen, dat gy hebt omtrent myne lieve Pupil.

Zie, ik ben geen man van de hedendaagsche Waereld, maar een brief van zulke vrouwen, wel, dat is een tractement voor my. Den ouden Heer Edeling ken ik van voor vele jaren. 't Is een eerlyke knorrepot, een braaf man, een man, daar men op af kan, maar de lastigste mensch, dien ik ook al ken.

Zie, myn Heer Edeling, ik ben geen knorrepot, die altyd legt te gnokken, en te gnutteren op Jongelui; ô ho! het zat over een zestig, zeventig jaar, ook al zo breet niet: maar dit is evenwel hemelsch vast, dat onze jonge Heren het drok genoeg maken, en dat Ouders of Voogden van geluk mogen spreken, als zy een aartige lieve meid, die hun aangaat, in goede handen zien.

Hoe gy, na het doorlezen te hebben, over my zult oordelen, moet ik afwagten; en, indien de Heer Edeling by aanhoudenheid my blyft beminnen, moet hy, alëer ik hem voor my kies, dit lezen.

Ja, je hebt toch dierbare schotse Boekjes. Wees gegroet, en antwoord my eens, zul je? Noot: Vóór haar bekeering n.l. VIER EN DERTIGSTE BRIEF. Sara deelt Anna Willis mee, dat ze Jacob Brunier voor den mal houdt, zich van hem bedient om zich te vermaken en fatsoenshalve te doen vergezellen. VYF EN DERTIGSTE BRIEF. Cornelis Edeling antwoordt zijn broer Hendrik: Kerel, er op los!

Woord Van De Dag

beschouwt

Anderen Op Zoek