Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 13 juni 2025


"Ja!" voegde de Baker er bij, om het gezegde te bevestigen: "zijn Edelheid is een goed theologant en kent de Schrift op zijn duimpje en alles wat daartoe betrekking heeft.

Zodra de ogen van Machteld op Adolfs aanzicht vielen, werden haar wangen met schaamrood gekleurd. "Mijnheer Van Nieuwland," sprak zij stamelend, "ik acht Uw Edelheid te hoog en mag zulke dienaar niet hebben..." En hiermee gaf zij de snep aan een schildknaap. Aan deze woorden had zij een zonderlinge nadruk gegeven, alsof de bede van Adolf lastig en vervelend voor haar geweest ware.

"Ja maar!" zeide Mom, zich eenigszins verwonderd tot Botbergen wendende: "als nu Preys en Leendertz komen...." "Die zullen vooreerst niet komen," hernam de geestelijke heer: "die heb ik ook van de hand gezonden; Mijnheer van Botbergen zal wel zoo goed zijn, beneden in het voorhuis te gaan zorgen, dat niemand het gesprek kome storen, 't welk ik met Zijne Edelheid hebben moet."

"De knaap, die mij daar in de gang tegenkwam, is door u ontboden," hernam De Witt streng. "Geeft dat pas?" "Ik wist niet, dat ik daaraan verkeerd deed," antwoordde de Prins nog steeds op ootmoedigen toon. "Uwe Edelheid herinnert mij daardoor aan een belofte, hem gedaan. Mocht die knaap ooit hulp of protectie noodig hebben, zoo zij hij in de welwillendheid van Uwe Edelheid aanbevolen.

"Parsi," zeide hij tot den gids, "gij hebt mij goed en trouw geholpen. Ik heb uwe diensten beloond maar niet uwe toewijding. Wilt gij den olifant hebben? Hij is voor u." De oogen van den gids glinsterden. "Dat is een gansch vermogen, dat uwe edelheid mij geeft!" riep hij uit. "Neem het aan," antwoordde Fogg, "ik blijf toch altijd uw schuldenaar." "Mij is het wel!" riep Passepartout.

Daar vinden we dan tegelijkertijd water voor onze paarden, die ook wel eene verfrissching noodig hebben, en een zachten mosgrond om ons een oogenblik op neer te zetten. Maar lang kunnen we toch niet toeven, want het is al laat en we hebben nog een flinken rit vóór ons." "Uwe Edelheid heeft gelijk," zeide Jonker Jan. "'t Wordt al vrij donker, en we moeten minstens nog twee uur rijden.

"Maar, mijnheer de Raadpensionaris!" hernam de Prins glimlachend. "Uwe Edelheid vergeet, dat ik eerst tien jaar ben en dat mijn oom, de Koning der drie Brittannische rijken, mij over geen staatkunde zal schrijven." Alweder was De Witt, de schrandere De Witt, in verlegenheid. Dien knaap kon hij niet doorgronden.

"Op die boeken, zegt Uwe Edelheid?" antwoordt de Prins, "Vergeef mij, dat ik U tegenspreek ik was knorrig op mij zelf." "Maar dan moesten die boeken het toch ontgelden," herneemt De Witt lachend. "In trouwe, het gaat wel meer zoo in de wereld. De onschuldigen moeten het gelag betalen." "Gelukkig dat die boeken het niet voelen," zegt de Prins. "Maar ik zou mij wel voor het hoofd willen slaan."

Ik ken de edelheid uws harten; gij begrijpt mij, ik ben er zeker van." "Maar neen, ik begrijp u niet!" morde Bavo. "Gij begrijpt den onverbiddelijken plicht niet, mijnheer, die mij dwingt in Frankrijk een bestaan te zoeken?" hervatte Godelieve.

Zo gelijkelijk gevederd, zo sterke zwing, zo geel geschubde klauw! Weegt hij ook zwaar op de vuist?" "Ho ja! Zeer zwaar, Mijnheer," antwoordde Machteld, "en alhoewel hij alleenlijk tot de lage vlucht is afgericht zou hij ook wel reigers en kranen in de lucht najagen." "Het schijnt mij," bemerkte De Valois, "dat uw Edelheid hem te veel in vlees laat groeien.

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek