Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 16 juni 2025


Ik ook, zeide Frank, maar wat zegt ge van zijne uitnoodiging om naar Algiers te komen? O, wat dat betreft, antwoordde Dries, zou ik, als u lust had er heen te gaan, geen enkele reden weten om het niet te doen. Duivels, we zijn wel in de beruchtste gewesten van Marokko geweest, en hebben Fez bezocht, wat niet iedereen kan zeggen, die Marokko heeft bereisd.

Natuurlijk, antwoordde Frank, 't was mij ook maar om een proef te doen. En ik, zeide Dries, ik ben blijde dat het voorbij is. Ik werd er akelig van, toen ik u zoo zag, en ik liep naar buiten, omdat het mij hier te benauwd werd. Zie, 't was mij net alsof gij krankzinnig waart en daarom was ik zoo beangst.

Jongens, riep Dries, dat noem ik een schot, op meer dan duizend pas! Maar zie, de kerel schijnt ongedeerd; slechts zijn paard is getroffen. Werkelijk had de ruiter, wiens paard doodelijk getroffen was, zich onder het dier uitgewerkt en zette hij het op een loopen naar zijne makkers.

Maar wacht, riep de kapitein opeens, parbleu! dat ik daaraan niet eer heb gedacht. Waaraan? vroeg Dries. Wel aan buskruit, antwoordde de kapitein, en hij begon buskruit op den grond te strooien. Plotseling, terwijl de kapitein hiermede bezig was, slaakte Selam, ondanks zijn weinigen afschuw van dat heir van insecten, een onderdrukten gil en snelde de tent uit. Wat scheelt hem? vroeg Dries.

Achter dit drietal volgde Dries, eveneens vermomd; hij kon zichzelf niet genoeg bewonderen in zijne tegenwoordige kleeding, die hij vrij wat fraaier vond dan zijne vroegere, en hij wenschte niets anders dan zich zoo eens te kunnen vertoonen in de straten van den Haag. Selam en Mohammed reden naast hem. De zorg voor het kamp was aan den bediende van Aroesi en de twee kameeldrijvers opgedragen.

De bediende hield den ezel bij den teugel en spoorde hem met woorden en stokslagen aan harder te loopen. Toen bleef Dries stokstijf staan. Nu, vroeg de luitenant, wat is er? Bij mijne ziel, zeide Dries, als ik het niet beter wist, zou ik zeggen, dat ik dien Moor meer heb gezien. De kerel heeft zoo'n bekende houding en gang, waar duivel kan ik hem gezien hebben?

We zullen voorttrekken, antwoordde de luitenant, ondanks de hitte, ondanks alles. En men reed even snel voort, hoe drukkend de hitte ook was. Ik ben zoo nat, zeide Dries, of ik zoo even uit het water ware gekomen. En ik, zeide de kapitein, ik neem een bad te paard.

Hij ging weder zitten, en Dries stond op en ging de tent uit. Het wordt mij hier te benauwd, mompelde hij. Waarvoor, bij alle duivels, heeft hij ook dat goed te eten, 't is vergift! Eenige oogenblikken bleef Frank stil zitten. Telkens hief hij het hoofd op, en keek het gezelschap aan, als wilde hij iets zeggen. 't Was op den 19en Februari van het jaar 1865, begon hij.

Juist wilde Dries weder eenige opmerkingen maken, toen opeens een angstkreet weerklonk gevolgd door een plomp in het water, en eensklaps klonk uit wel twintig kelen tegelijk de kreet van: »een man over boord!"

In het midden der straat, dáár waar men zoo straks den heilige had ontmoet, stond deze onbeweeglijk in voorovergebogen houding met de hand boven de oogen onze vrienden na te kijken. Selam ontroerde, en deelde zijne ontdekking aan Dries mede. Goed, zeide deze, zie niet meer om, de schoft zou argwaan krijgen. We zullen hem in het oog houden, en ik zal er straks den luitenant over spreken.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek