Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 16 juni 2025


Ga gij met Dries en Selam in de voorhoede, zeide de kapitein tegen Frank. Ik zal met Mohammed de achterhoede uitmaken. Wij laten de buksen maar goed spreken; elken schelm, die onder ons bereik komt, schieten we zonder mededoogen neer. Met de wapens in de hand trok men af.

Ik zal ze dan ook eens terdege nazien, want, gij kunt het gelooven of niet, maar mijn huid is mij nog tamelijk veel waard. Goed zoo! zeide de kapitein. Ja, ik zal Mohammed ook gelasten onze wapens in orde te brengen. Gij kondt wel eens gelijk hebben, Dries! ik geloof ook niet, dat wij overal even gerust en veilig zullen slapen als hier.

En daar bij die kleine groep struiken, die de storm had gespaard, lag het duchtig toegetakelde lijk van den valschen heilige met van woede verwrongen trekken, den ponjaard in de verstijfde vuist geklemd. Nu is hij wel degelijk dood, de ellendeling! zeide de luitenant, zich met walging afwendend. Ja, zeide Dries, en 't is een leelijke doode ook, die heilige!

De luitenant en Dries hadden met aandacht zitten luisteren naar den kapitein, die onder het verhalen hoe langer hoe meer in vuur was geraakt. Ik wist er van, zeide de luitenant, ofschoon mij niet al de bizonderheden, die gij ons verhaald hebt, bekend waren; ja, het moet eene vreeslijke slachting zijn geweest.

Plotseling hoorde Dries in het langs den weg staande hout een gekraak van takken en bladeren, alsof iemand behoedzaam naderde. Hij kroop zoo snel hij kon terug naar de plaats waar hij zijne buks had laten liggen, en laadde die snel. Toen, zich met den rug tegen een paar rotsblokken plaatsende, wachtte hij af wat er zou gebeuren.

Onder zeer treurige omstandigheden trok men den volgenden dag verder. In den afgeloopen nacht namelijk had Dries eene hevige wondkoorts gekregen. Men had zijne wonden onderzocht, en hoewel niet gevaarlijk, waren zij talrijk, en hij had veel bloed verloren. Het ergste was zijn hoofd.

Wie weet, zei Dries, misschien is het wel een bode, door den kapitein afgezonden. In elk geval, zeide de luitenant, zullen wij hun te gemoet gaan; bevreesd behoeven wij niet te zijn. Kom, Dries! Men liep snel voort in de richting der vreemdelingen en verdiepte zich in allerlei gissingen, wie of wat het kon zijn. De vreemdeling maakte ook spoed.

Allen nog springlevend, zeide Dries. Goddank, zeide de kapitein, dat is mij een steen van 't hart. Drommels! ge moogt zeggen wat ge wilt, maar ik vind, dat wij buitengewoon gelukkig overal doorheen rollen. Tot heden ja, antwoordde de luitenant, maar wij zijn nog niet terug; wie weet wat er nog kan gebeuren!

Maar daar knalde een schot van den heuvel en een kogel verbrijzelde de opgeheven vuist, die het moordtuig omkneld hield en Dries was gered!

Op die reis namelijk, waar het kogels en sabelhouwen zal regenen, wil men mij beletten mee te gaan, terwijl ik mogelijk eene uitmuntende gelegenheid zal vinden om mijne schuld af te doen. Neen, ik zeg op mijne beurt: dat gaat niet aan! Ba! zeide Dries, 't is wat, om even in zee te springen en een nat pak te halen om iemand een handje te helpen.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek