Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 16 juni 2025
Zoo is dit dan Afrika, wat we hier voor ons zien! vroeg hij; en is dit nu het Moorenland, luitenant? Ja, Dries! dat is Marokko, antwoordde de ander; bevalt het je, dat we eindelijk aan het doel onzer reis zijn? Zeker! gaf Dries ten antwoord.
De luitenant en Dries rilden. Men was intusschen de marktplaats Soc-di-Barra genaderd. Het was een uitgestrekt terrein op de glooiing van een heuvel, rijzend en dalend, hier een eind vlak, daar vol putten. Halverwegen de helling werd men vier witte muren gewaar. Het was het graf van een heilige. Hoogerop lag het kerkhof.
Dries den kerel, wiens aanhoudend onbeschaamd aangapen hem vertoornde, willende dwingen voor zich te zien, beantwoordde dat met eene even minachtenden uitdagenden blik, toen de heilige op eens een stap voorwaarts deed en Dries in het gelaat spoog. Dat was te veel voor Dries.
Een half of drie kwart uur verliepen zonder dat zich eenig verschijnsel openbaarde, en reeds dacht men dat de dosis te klein was geweest, doch opeens begon de luitenant op opgewekten toon druk mede te praten. Aroesi gaf den kapitein en Rebecca een wenk, en Dries hield, met eene angstige uitdrukking op het gelaat, de oogen op zijnen heer gevestigd.
De paarden, ezels en kameelen graasden met graagte rond, en de kapitein, de luitenant en Dries zaten weldra onder het genot van een kopje geurige koffie en eene dito sigaar het gewichtige punt van het bezoek aan Fez te bespreken. De eerste vraag, die werd opgeworpen, was natuurlijk, hoe men er zou komen.
We zullen alvast hier ons bivak opslaan; maar denk er aan, dat ik op de karbonades reken, hoor! Mohammed snelde zijnen heer na, die, gevolgd door Dries, den troep achterna zette. Als een wervelwind vloog de troep zwijnen door het dal, hier door een boschje brekend, dáár zich van een heuvel afstortend, en het was bijna onmogelijk ze in het oog te houden.
Wij hebben hunnen heilige geslagen en dat volk is duivels verzot op die gewaande gekken. Welnu, zeide de luitenant, wij moeten er toch door. Dat spreekt vanzelf, zei Dries; komaan, ik heb heel veel lust dat canaille eens door elkaar te slaan. De kapitein maakte eene beweging om voort te gaan, doch niemand verroerde zich. In dien levenden muur was geen doorgang te vinden.
Maar Dries had aanstonds zijne bedoeling geraden en zich over zijn paard buigend, greep hij den schavuit in den nek, hield hem met zijn ijzeren vuist vast, sleepte hem zoo een eind mede en liet hem toen plotseling los. De kerel bleef voor dood liggen.
En pardieu! ik drink ook op de avonturen, die wij zullen hebben, want daaraan zal het ons niet ontbreken. Met geestdrift werd de toost beantwoord door den luitenant en Dries, die werkelijk zeer verheugd waren over het besluit van den kapitein. Nu dit alzoo besloten is, zullen wij een oogenblikje praten over de toebereidselen voor de reis, sprak de luitenant.
Goed, zei de kapitein, ik beloof je mijne voorspraak bij den Sultan. Hartelijk dank, kapitein! antwoordde Dries. Maar doe het niet al te haastig en vooral als gij het eenmaal voor mij verkregen hebt, verras er mij dan niet plotseling mede, maar zeg het mij zoo omzichtig mogelijk. Ik mocht van vreugde eens een ongeluk krijgen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek