Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 16 juni 2025


Schoelje! riep deze, woedend opspringende, dat zal ik je betaald zetten, en snel een patroon in den loop leggende hief hij zich geheel op, legde aan en vuurde op de wegtrekkende ruiters, en de halfnaakte, gespierde Arabier, die op Dries had gevuurd, viel getroffen uit den zadel. Dat zijn er weder vier, riep de luitenant, met de vorige zes maakt dat tien, die buiten gevecht zijn gesteld.

Hij zette zich in het dichtst van het boschje neder, en daar er geen teeken van leven in den tuin te bespeuren was, stak hij eene sigaar aan en bleef wachten. Hoe was het intusschen met de overigen van het gezelschap gegaan? Toen men in den tuin was gekomen, snelde een ieder naar een punt van den muur om er over te klimmen. Selam en Dries waren er in een oogenblik over.

Wanneer denkt u te vertrekken, luitenant? Wanneer? gaf deze ten antwoord; laat eens zien, we hebben nu 20 Januari, wel, ik denk ongeveer in het laatst van Februari of het begin van Maart. Maar waarom vraagt ge dit, Dries? Nog antwoordde Dries niet. Kunt ge niet eerst over een jaar vertrekken, luitenant? vroeg hij eindelijk. Maar nog eens, Dries, met welk doel doet ge mij toch al die vragen?

Men voldeed eindelijk aan haren wensch, en zij reikte de vruchten naar alle kanten uit, terwijl zij zeide: "Dit is een voor Barbeltje, dit voor Dries, dit voor Mie-Wanna, dit voor Jan, en deze groote is voor mij.... Nu weder opnieuw van de meet af aan!"

De kapitein, die aan een anderen hoek over den muur was geklommen, kwam daardoor in een anderen tuin terecht dan die, waar Dries en Selam waren. Wat Aroesi betreft, zich plotseling alleen ziende, begreep hij, dat het 't best was voor zichzelf te zorgen, en door zijne bekendheid met de naburige gebouwen was hij binnen korten tijd, na een paar muren te zijn overgeklommen, in eene naburige straat.

Te Marseille scheidden ook de kapitein en de luitenant van elkaar, daar de eerste van daar zou vertrekken naar Algiers en de laatste weder met Dries naar Nederland zou terugkeeren. Voor het laatst voeren wij den lezer nog even bij onze vrienden binnen.

Wat duivel, zei Dries, daar heb je waarlijk vader Langbeen ook. Kijk, kijk! dat is de eerste bekende, dien ik tot nu toe heb ontmoet, en die welkomstgroet voorspelt ons geluk. Het op een afstand zoo schoon en liefelijk uitziend stadje viel onzen vrienden echter zeer tegen. Was het in de straten van Tanger reeds niet bij uitstek rein, hier was dit nog minder het geval.

Jan sloeg hem in de verwarring de armen om den hals, en klemde zich krampachtig aan den zwarten schoorsteenveger vast. Zij wang kwam tegen de wang van Dries terecht, die dadelijk iets kleverigs voelde. Dat was de verf van den lantaarnpaal, die Jan op zijn gezicht had. O, wat lachte Dries. "Wel, wel, houd je zooveel van me, dat je me omarmen wilt?" vroeg hij. "Dan zal ik je wel een handje helpen."

Verduiveld! zeide Dries; er is op de rechtvaardigheid van dezen kaïd niets af te dingen; alleen zou ik hem raden in het vervolg niet zoo haastig te zijn. De onschuldige en de schuldige zouden er bij gewonnen hebben.

Maar eindelijk daaraan herinnerd door de heerschende duisternis, begreep ik dat het daartoe tijd werd, wilde ik niet overvallen worden. Ik klom naar den zolder en liet mij uit het venster zakken, kwam gelukkig op den muur en bereikte vandaar met een stouten sprong ongedeerd den grond. Dries zat te grinneken van de pret, die hem deze grap gaf.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek