United States or Guyana ? Vote for the TOP Country of the Week !


En laat mij niet alleen, maar in den nacht Daal in de schaduw van mijn koele borst, Dan zal ik veilig slapen als een vorst, Die rust in 't midden van bevriende wacht. Zoo moog ik zijn als dun albasten vaas, Boordevol bloed van uwen rooden wijn; In 't nachtehart als een weekgele schijn, In donkre nis weenlichtende topaas;

Hij dronk onderweg in een klein drankhuisje twee borrels, achter elkaar, aan de toonbank, en met voldoening merkte hij hoe 't werkte van binnen, verhittend zijn donkre, loome lijf, opslaand met helle vlammen zijn suffe hoofd in. En hij vond zijn vrinden, die er altijd al waren, bitterend aan hun gewone tafeltje.

Een regenboog stond op de zee Die woelde omlaag, in vreemde vreê, Waardoor, alsof veroovraar toog Onder triomfpoort trotsch en snel, De stormwind zegevierend vloog, Meevoerend veel gevangen wolken: Vormlooze, donkre, vlugge volken, Elke gekliefd door 't weerlicht schel.

Zooals een vol bed blauwe violieren zoo hief de zaal zich, en er was een donder van rumoer door de donkre vergadring. En Willems hart werd klaar zooals een parel, en hij voelde zich daar tusschen geworpen, tusschen zijn kameraden, zoo zooals een niets-waardige, maar die door de andren eerst een waardige wordt en zuiver klaar.

Glad is de ijskorst van den winter, die den rug der waatren dekt, En den helder-blaauwen hemel tot een blanken spiegel strekt; Maar wie meldt het, wat daaronder in den schoot dier waatren huist? Wat er in de donkre diepte langs den bodem woelt en bruist? Feest is 't op den Ammersode, schoon geen dartel looffestoen Poort of brug omzwiert met bloemen, nis noch zuil met lachend groen.

Statig wapperde uit de blauwe lucht boven het weiland, en roode banieren hingen er zwaar in neder als muziek. Scharen van vrouwen kwamen, als donkre kleurwolken door een herfstbosch jonge meisjes als zwanen trokken, heldre oogen schoten pijlen omhoog, en stille harten klopten als kleine werktuigjes. Zacht als een zon kwam daar de spreekster over het tapijt.

’t Is, of die opgespalkte wolvekaken, Die zwelgen willen ál wat lieft en leeft, Den dood met vunzig-killen adem braken; Zooals men voor een donkre toekomst beeft, Beef ik: ik wil, wil niet dien nacht genaken.... Ik ga en nergens is, wat lichtgloed geeft.

Hij pakt hem bij de borst, en houdt hem met gestrekten arm over de leuning en zweert bij hoog en laag, dat hij hem in 't water zal gooien, als hij hem niet de kleine, fijne jonge dame wil geven. Het Duitschertje wil toch niet toegeven; hij spartelt en schreeuwt en zegt aldoor: "neen!" hoewel hij onder zich 't donkre water door de witte ijsschotsen ziet schijnen. "Neen, neen," schreeuwt hij.

OBERON. Gij ziet wel, hoe dit paar te vechten tracht; Dus haast u, Puck, en hul ze in donkre nacht; Bedek met nevels 't lichte firmament, Zoo zwart als enkel de onderwereld kent; En leid die mededingers zoo rondom, Dat de een niet in 't bereik des andren kom.

Ver beneeden raasde de storm van Londen, de ondiepe storm onzes leevens onder afgronden van eeuwige stilte. ...et in umbra, mortis. In de donkre tooren hing de klok en wachtte. Onder de klok, elk in zijne steede, sliepen de strenge dooden. In tenebris stravi lectulum.... Eén voor één, onder den machtigen tooren, legden de leevenden hen.