Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 13 oktober 2025


Daamke floot slechts even, en gezwind sprong Cezar met de brieven het raam uit en op den schouder zijns meesters, die zich terstond verwijderde. De drie bondgenooten oogden hem zoo lang na als de duisternis het veroorloofde en sloten vervolgens weer het raam.

Nauwelijks had Daamke haar het verlangde verslag gedaan, en haar, onder vele betuigingen van verbazing over Reinouts gedrag, hetwelk hij aan ijlhoofdigheid toeschreef, bericht gegeven van zijn boodschap aan den Olderman, of zij verlangde den brief te zien; en, hoewel den inhoud, die in de Italiaansche taal geschreven was, niet verstaande, bemerkte zij dadelijk aan de onderteekening, dat dit stuk hetzelfde moest zijn, waarvan de monnik met haar gesproken had.

Daar hebt gij nu wat aan gehad, om uw wijf te slaan en met eens andermans paarden door te gaan. Ik geloof wel, Jonkvrouw! dat uw vos voor hem schrikte. Zij zijn oude kennissen." "Hoe!" zeide Madzy: "was die ongelukkige de man...." "De man van Elske, met uw verlof," zeide Daamke: "en de dief van het paard, dat gij berijdt.

Dit zeggende, steeg hij en Daamke met hem van hunne paarden, welke laatstgenoemde aan een paal bond, en beklommen zij den heuvel. Niet zonder bevreemding bemerkte Reinout, dat de oppervlakte daarvan geheel overtogen was met een grauwe korst, naar welker bestanddeelen hij vruchteloos giste; maar zijn verwondering steeg ten top, toen hij zag dat die korst zich bewoog als een reusachtige mierenhoop.

"Zoo ik niets goeds breng, breng ik althans goed," zeide Daamke: "meester Barbanera heeft mij ingefluisterd, dat ik ongemerkt de kleeren van die weggeloopen deerne moest buitmaken en hier brengen. Ik heb van de drukte, die er aan den Roerdomp is, gebruik gemaakt, en hier is de buidel." "Voortreffelijk; maar wat is dat juweel, hetwelk uw broeder in de hand houdt?"

De moed van den goeden hansworst was intusschen niet verheven genoeg, om hem aan te drijven den Olderman te Stavoren of te Sint-Odulf te gaan opzoeken, en alzoo nieuwe tooneelen van moord in den mond te loopen, waarvan Daamke uit zijn aard afkeerig was.

Daamke wilde zich zijn schat echter niet uit de handen laten rukken, waarop de Abt, woedend geworden, zijn strijdbijl oplichtte om hem een slag toe te brengen, die den armen hansworst wel voor altijd zoude belet hebben, medicijnen te gebruiken of die aan andeten te slijten; maar gelukkig sprong de knaap ter zijde en het neergevallen moordtuig trof alleen het voorwerp van hun twist, waar het in vast bleef zitten.

Hij zal ongerust over mijn uitblijven zijn geworden, en mij dezen boodschapper hebben toegezonden. Mij dunkt, ik zie hem reeds beneden aan den muur staan. Zijt gij het, Daamke?" "Tot uwen dienst," klonk zachtjes het antwoord van den nar. "Voortreffelijk! hier zijn twee brieven ter bezorging; wil ik ze u toewerpen?"

"Welnu!" vervolgde Arkel, tegen Daamke: "ik bedank u voor uw tijding; maar uw diensten heb ik niet langer noodig. Uw meester Barbanera heb ik niet in mijn zak; ik meen gehoord te hebben, dat de Graaf hem heeft doen opknoopen."

"Hoe!" herhaalde de Abt: "maar 't is waar ook, ik dacht er niet aan, dat de twee gebrande broeders nog gezond van harte zijn, en dat, zoo de Jonkvrouw zelve hen ging verbinden, de wondheelster wellicht nog meer nadeel zoude doen dan de wond. "Tegen Daamke!" herhaalde Aylva: "en wat heeft die arme duivel bedreven?"

Woord Van De Dag

cnapelinck

Anderen Op Zoek