Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 17 mei 2025
In het begin der jaren vijftig hield monsieur d'Epinay zich bezig met 't vergrooten en verfraaien van zijn kasteel Les Charmettes, bij Montmorency. Dat was juist in den tijd van de groote intimiteit tusschen Rousseau en Mme d'Epinay, toen Francueil niet meer haar minnaar was en Grimm nog niet.
Mme d'Epinay voelde zich sterk tot den jongen dichter-musicus aangetrokken in die dagen en schreef aan haar minnaar: "ge kunt u niet voorstellen, hoe zoet het verkeer met hem voor mij is.... Mijn ziel is nog verteederd door de eenvoudige en toch eigendommelijke manier, waarop hij zijn ongelukken vertelt." Sedert de dagen van Chenonceaux waren Mme d'Epinay en Rousseau altijd vrienden gebleven.
Als zijn voornaamste hater en vervolger beschouwde hij, behalve de vroegere vrienden waarmee hij gebrouilleerd was: Grimm, Diderot, Mme d'Epinay, natuurlijk Voltaire en diens onmiddellijke omgeving.
Mme d'Epinay bemoeide zich met de zaak en wist de vrienden weer te verzoenen: Diderot bezocht Rousseau in de Hermitage en na dat bezoek schreef Rousseau geheel verteederd aan zijn oude vriendin: "ge hadt groot gelijk met te willen dat ik Diderot zag. Hij bracht gisteren den dag hier door, ik heb in langen tijd niet zoo'n heerlijken dag gehad.
Rousseau kwam in dien tijd veel op het kasteel en op een keer dat hij en Madame d'Epinay naar den in aanbouw-zijnden nieuwen vleugel waren gaan kijken, strekten zij hun wandeling uit tot de moestuinen en het waterreservoir aan de zijde van het park, waar dat aan het woud van Montmorency grensde.
Om de nieuwe geliefde verwaarloosde hij de oude vriendin ten eenemale: men zag hem bijna niet meer op de Chevrettes, waar de gasten hem plaagden en zich vroolijk maakten over den philosooph die al grijze haren kreeg en nu verliefd was als een schooljongen. Een verwende vrouw als Mme d'Epinay kon 't noode verdragen, verwaarloosd te worden.
Hij wilde geheel met hem breken, Mme d'Epinay bracht met moeite nog een schijn-verzoening tot stand. Ook St. Lambert was tijdelijk van den veldtocht teruggekeerd; om te toonen dat hij aan de praatjes die er liepen geen 't minste geloof hechtte, had hij met Mme d'Houdetot Rousseau in de Hermitage bezocht en was bij hem blijven eten.
Hij weigerde absoluut in te gaan op het voorstel van Mme d'Epinay dat hij voor niets zou wonen, zij van haar kant wilde geen huur aannemen; eindelijk kwamen zij overeen dat hij 't loon van haar tuinman, die vlak bij de Hermitage woonde en misschien eenige kleine diensten aan 't huishouden bewees, voor zijn rekening zou nemen.
Voor Mevr. Holst bewijst deze daad slechts, hoe klein de "zedelijke kracht is in den jongeling;" voor mij: hoe zij 't ook is gebleven in den man. Want had deze in zijn geheele leven geen poging moeten doen, Marion terug te vinden, om zooveel mogelijk goed te maken, wat hij bedorven had? "Qui sait?" Hij had moeten weten. Goed! èven aangenomen, dat hij, gelijk hij beweert, inderdaad de kracht miste, de daad ooit aan een vriend, zelfs aan Mad. de Warens te biechten, dan nog had hij kunnen en moeten pogen háár te vinden. Daarvoor had hij de kracht en de deugd moeten hebben. Hij had ze niet. Dáár ligt de zedelijke depravatie van den man. Indien Mevr. Holst zegt, dat uit zijn katholiek worden blijkt, "dat de zedelijke gloeden van het kind zijn ondergegaan in den knaap" en er dan aan toevoegt: "eens zullen zij weer opleven: het kind is vader van den man," dan is dat wel een mooie psychologische ... gemeenplaats, maar de toepasselijkheid op het geval-Rousseau let wel: wat de daden en vooral de gevoelens der lagere persoonlijkheid betreft! laat zich zoeken en het meest in de zaak Marion. Deze man, die zègt nauwelijks een dag zonder wroeging te zijn geweest, schrijft aan Mad. d'Epinay: "Moi qui ne fis jamais de mal
Aan Mme d'Epinay schreef hij van uit zijn nieuwe woning, "niets is zoo eenvoudig en zoo noodzakelijk, Mevrouw, als weg te trekken uit uw huis, wanneer ge niet wenscht, dat ik er blijf." Toen zonk hij in elkaar. Zijn oude vrienden had hij voor goed verloren, ofschoon de eigenlijke breuk met Diderot wat later kwam.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek