Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 oktober 2025
Al bevinden wij ons hier thans in het midden van het land, al schuimen nergens in de nabijheid de woedende wateren, het vette kleiland, door onderscheidene hooge dijken doorsneden, hoe achteloos kalm ook in cynische rust gelegen, zij beide wijzen duidelijk aan, dat hier eens de golven het vruchtbare slib hebben aangevoerd, waarop de schoone tarwe en bieten worden verbouwd.
Voor haar dicht hij drie bitter cynische sprookjes: evenzoovele aanklachten, dat het publiek den schrijver van Max Havelaar niet wil begrijpen, hem hoogstens prijst om zijn mooien stijl: in de eerste parabel biedt een impresario aan de moeder, die zoo mooi gilde toen ze haar kind in 't water nasprong om het te redden, een engagement aan bij 't theater; in de tweede parabel wordt Chresos, die de beroovers van zijn dorp aanklaagde, veroordeeld door den magistraat die met de roovers heult; en in de Kruissproke bereikt de verbittering zijn hoogtepunt.
Hij deed haar zeer, hij was ongemanierd en hij was onzedelijk. Maar moest ze nu subiet opkijken ze zou geen ongemanierdheid en geen cynische treiteringe zien. Ze voelde 't heel klaar, en opkijken en deed ze niet. Maar bukte hij zich niet en leunde op de tafel om beter zijn blikken te doen wegen. Ze stond haastig rechte en zei: 't Is tijd. 't Klonk eenbarelijk en ze was zelve verwonderd.
Zooals de betrekkelijk schaarsche bewondering voor tijd- of landgenootelijke Grooten niets anders is, in zekeren zin, dan de veruiterlijking der innerlijke zelfhoogachting, het kunnen-gelooven aan met hen verwante grootheid der schaarsche hoogstaanden, zoo is de cynische twijfel tegenover die Grooten niets anders dan de weerspiegeling van de zelfgeringschatting der middelmatigen, het twijfelen aan de mogelijkheid van bestaan van aan hen verwante grootheid, en zóó, ten slotte, is de haat tegen en verachting van zulk een Groote en ge ziet in het antisemitisme van het hooligan-type het zuiverst beeld van zulk een haat! anders dan de uitgebraakte zelfverachting der verdierlijkten, het onmogelijk kunnen gelooven aan op eenigerlei wijze met hen in aanraking zijnde grootheid, en het dáárom tegelijkertijd haten èn verachten als gehuichelde en geüsurpeerde meerderheid, 't geen inderdaad werkelijke en rechtmatige meerderheid is, en die zij als zoodanig doorvoeld, alleen geháát zouden hebben.
Want hij kende veel menschen, goedig omgaand met iedereen, zonder ooit ruzie te maken, grinnekend om ieders aardigheden, waardeerend ieders levensopvatting, prijzend elk afgeleefd stokpaardje een vurig jong beestje dat hij altijd wel even streelen wou met een langzaam gebaar van cynische maatschappelijkheid.
Iedereen gaat, cynische philosofen, baardelooze knapen, vrouwen, priesters, allen gaan. Zoo zeker ben ik dat gij gaan zult, dat ik u een raad wil geven. Neem geen logies in de stad, dat is tijdverlies; maar ga in eens naar het dorp, vlak bij het Park gelegen. De weg daarheen leidt door een tuin vol frissche fonteinen.
De cynische zekerheid, die in ruw zingenot bevrediging had gezocht, had hem in die uren geheel begeven en plaats gemaakt voor vernedering, zelfverwijt, diep schuldgevoel. Hij trachtte te bidden en hoorde gretig naar de troostende woorden van Gods barmhartigheid, die een oude eerwaardige pope zijner kerk tot hem richtte.
De oude satire van cynische vrouwenverguizing krijgt er op eens een heel andere, verfijnde stemming door: in de Quinze joyes de mariage is de botte vrouwensmaad van voorheen getemperd door een toon van stille desillusie en gedruktheid, die er het navrante aan geeft van een moderne huwelijksnovelle: de gedachten zijn ijl, vluchtig uitgedrukt; de gesprekken zijn te teer voor de boosaardige bedoeling.
Een vriendelijk voorstel om over deze beschuldigingen het oordeel van een scheidsgerecht uit te lokken, beantwoordde hij met een epistel dat in cynische onheuschheid zijn wêerga zoekt.
Achter de twee violen een grijsaard en een knaap; achter de alt een geneesheer, een man van rijpe, veelzijdige ervaring en ietwat cynische gemoedsstemming; achter de cello een dikke jonge pater, die te lui, en ik geloof ook te onverschillig was, om het in zijne Kerk ooit verder te brengen dan tot kapelaan. »De vier jaargetijden", zoo placht Werner het vierspan te noemen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek