Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 1 oktober 2025
Hier zijn duizend sestertiën.... Neem die aan.... Blijf goed voor mijn kinderen.... Mijn jongens.... die op hun vader gelijken.... Zij zijn tenger en fijn, als gij.... Maar tòch....? Zeker, zij gelijken op Manlius.... en hebben zijn talent geërfd.... Een sandaal kraakte.... Door de zijdeur kwam plotseling Crispinus. Je laat me schrikken, beefde Crispina. De Keizer is rustig, fluisterde hij.
En ze veegden aan hun gloeiende wangen. Ze slipten door deur en gang en deur. Ze waren in de præcinctio, achter het Tribunaal van de Keizerin en keken éven, tusschen de sierlijk gedoste slavinnen en vrijgelatenen door, naar de hooge vrouwen. Zij zagen dier ruggen, in de geborduurde veelkleurige stoffen harer feestmantels, die plooiden onder hare bloote schouders af. En Crispina, half ter zijde gezeten naast de Keizerin, wendde zich, zoo als eene vaag omwendt als er wie of wat ook achter voorbij gaat. Zij zag hare jongens in de oogen. Zij herkende ze niet d
Ik ben ook niet bang, zei Cecilius. Hier woont de edele Crispina, zei Decius en toonde het huis. Hij klopte op de poort van het atrium.... Een slaaf opende. De twee komediantjes, zei Decius. Cecilius en Cecilianus.... Komt binnen, noodde de slaaf. Decius, zei Cecilius. Ben je morgen van dienst aan de poort? Dat weet ik niet, zei Decius. Waarom?
Zij zette zich neêr op de rustbank. Achter haar brandden enkele pitten aan de verschillende tuiten van de hooge, bronzen lamp.... De duisternis weifelde in het atrium. Boven, vierkant, nachteblauw, scheen de hemel vèr.... Kom eens hier, zeide Crispina. De jongens naderden, stonden, opzettelijk wat kinderlijker dan zij zich voelden. Zullen jullie mooi dansen, spelen en zingen? vroeg zij.
De eerste dag der Megalezia....? Niets is zeker, twijfelde Crispina. De Keizer is ziek.... En de Keizerin.... Lavinius.... Domina? Zij rees plotseling op, hoog, boos. Kon je niet vermijden in Rome te komen?
Cecilianus Martialis voerde den knaap naar binnen; kijk, het is hier niet zoo weelderig als bij je.... ik meen als bij de edele Crispina.... Het is hier niet zoo benauwd, glimlachte de zieke knaap, die wel merkte, dat Martialis zich bijna versproken had. En het is hier héel dicht bij Rome.... Niet zoo ver als Laurentum.... zei de dominus. Cecilianus keek om zich rond.
Het zijn mijn jongens.... dacht Crispina, in een verrassing om zichzelve.
Fabulla, ja, dat weet ik: diè wordt nog Christin.... Heb je dus je jongens bij je....? In der Goden naam, Crispinus, smeekte Crispina, in het Grieksch. Wees voorzichtig.... Maar de jongens, bescheiden, wendden zich af. Denk je, dat die jongens geen Grieksch verstaan? lachte Crispinus. Nu, wees niet bang; ik zal niets meer zeggen.... En, nu fluisterend, sprak hij over den Keizer.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek