Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 1 oktober 2025
En zij kleedden zich uit, rustig-weg, voor de edele Crispina, die hunne moeder was. Zij stonden naakt en borgen hun eigen plunje, netjes gevouwen, weg. Zij kon haar oogen niet van hen af houden. Zij wieschen zich in een bronzen kom. De lampepitten flikkerden in lichtspelingen over hun blonde naakt. Zij kamden elkaâr voor den spiegel.
Verginius Rufus, of gij Plinius, moest aan Crispinus vragen.... Ik? zei Plinius. Het zoû een reden zijn voor den Keizer Cecilius nog langer te houden. Hij danst zelfs niet meer voor den Keizer, hoorde ik, zei Martialis. Hij is óok ziek. En Crispinus.... Hij vertelde van het contract, dat Crispina geteekend had.
Goed geluk! riep Nilus plots van zijn ezel hun toe: hij had zijn inkoopen gedaan; ter weêrszijden van zijn lastdier hingen de korven vol geladen met den voorraad voor de cena. Goed geluk! riepen Lavinius, de knapen: basroep tusschen soprane-gilletjes. .... Heb al de caterva daar ginds gezien! riep Nilus van af den ezel. Heb jij van den moord gehoord? Ja.... Nigrina....? Maar nièt Crispina, hè?
Zijn toon was hoog, als van een meester. Kom meê, zeide Crispina. Zij geleidde hem de smalle gang door langs den rooden fresco-wand. Zij opende hem de deur van het sierlijke kamertje. Cecilianus, zeide zij zacht; hier is de dominus. De jongen lag op bed. Hij was niet opgestaan. Hij was bleek, met blauwe kringen de oogen omcirkeld.
Een moord, dien hij zelf niet pleegt, maakt Domitianus gek! Om der Goden wìl, Augusta!! smeekte Crispina. Spreek zachter; die man hoort misschien, buiten....! Hoe kunnen wij weg? vroeg Domitilla. En waarheen? O! riep Domitia uit. Ik k
En ze poèften weêr, tegen elkander aan, in een dollach, dien zij onderdrukten. Plotseling stonden zij, recht, lachten niet meer. Crispina opende de kamerdeur. De Keizerin is daar. Met Domitilla en Fabulla. Kom.... Zij wenkte ze. Zij traden ernstig achter haar aan. Zij waren dadelijk weêr geworden de gehuurde komedianten, die moesten dansen en spelen. Crispina voerde hen in het triclinium....
We weten allemaal wie je bent. En hier, Decius, zal Cecilianus terug brengen naar Crispina's huis, bij het muurtje, waarover de jongens gewoon zijn te wippen.... Den volgenden morgen, vroeg, kwam de dominus terug. De verwisselde wacht wist van het geval. Een Prætoriaan ging met den dominus meê, om hem aan te kondigen. Crispina ontving hem in het atrium. Domina, zeide de dominus. Ik heb gehoord....
Hij vertelde van de tweehonderd-vijftigduizend sestertiën, die Crispina zoû te betalen hebben aan den dominus, als.... Een moederlijke gril, zei Tacitus. Wat een afschuwelijk Hof! zei Juvenalis. Onze tijden kòmen misschien, fluisterde Tacitus. Vooral als we bedenken.... zei Frontinus.
De beide vrouwen toen, achter de Virgo Maxima, die ernstig bleef, fluisterden half Grieksch, half Latijn met Domitia. Het was voornaam Grieksche woorden nu en dan te gebruiken. Naast de Keizerin bleef Crispina gelaten. Ze zal ze zién.... fluisterde Domitilla tot de Keizerin, achter de Virgo Maxima. Haar twéelingen!! giechelde Fabulla. Ook de Keizerin lachte.
Jullie moeten niet lachen, zei Cecilianus, boos, de vuisten gebald. Mijn broêrtje is zeker nu dood....! En hij snikte het uit, terwijl de decanus hem troostte. Neen, neen, zeiden de soldaten. Decanus, zeide de dominus bleek; ik moet oogenblikkelijk de edele Crispina spreken. Dominus, zei de decanus. Dat gaat niet. Het is veel te laat. Kom morgen vroeg; dan kan mijn plaatsvervanger je aankondigen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek