Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 19 juni 2025


Ik hief het tweede couplet aan, toen ik een man met een jas en een vuilen hoed naar mij toe zag komen. Eindelijk! Ik zong nog lustiger. Zeg eens! riep hij, wat doe-jij hier, kwajongen! Ik hield eensklaps op, onthutst door die vraag en bleef hem met open mond aanstaren, terwijl hij nog dichterbij kwam. Komaan, krijg ik haast antwoord? Ik zing, mijnheer.

Het is de meest populaire verbeelding van den dood geweest, die de Middeleeuwen hebben gekend: duizenden hebben dag in dag uit op die zonderlinge en macabere plaats van samenkomst, die het kerkhof der Innocents was, de eenvoudige figuren aanschouwd en de bevattelijke verzen, waarvan elk couplet met een bekend spreekwoord eindigde, gelezen, zich getroost over de gelijkheid in den dood en gehuiverd voor het einde.

Zoodra Lize dat hoorde, ging zij tegenover mij staan en terwijl zij mij strak aanzag, bewoog zij hare lippen, alsof zij mijne woorden herhaalde; toen mijn lied droever werd, ging zij eenige passen achteruit en bij het laatste couplet viel zij snikkend in haar vaders armen. Genoeg, zeide deze. Hoe dwaas! riep haar broeder Benjamin, om eerst te dansen en dan te huilen. Niet zoo dwaas als gij!

Als tweede couplet zingt men een lied, dat aanvankelijk bij het inzamelen van hout enz. aan de huizen gezongen werd, en thans nog gezongen wordt dáar, waar deze inzameling door de jeugd in typischen lichtstoet nog gehouden wordt. Tot goed begrip dezer strofe dient men zich de legende van den H. Martinus te herinneren.

Het zingen, dat ik vaag uit de verte gehoord had, toen ik nog buiten het hek stond, werd helderder naarmate wij voortliepen; wij gingen nu den hoek van het huis om, en kwamen bij nog meer korven, en midden daartusschen bewoog zich een meisjesfiguur; er was daar ook een klein waschschuurtje, waar ik een verschijning zag van bruine armen, diep in een waschtobbe, en tegelijk kreeg ik het laatste couplet van het vaag gehoorde liedje.

hier werd de stem zeer hoog: "spelende aan zijn vloed, Brengt vader Rijn den lentegroet...." Aldus ging mevrouw Dorbeen voort op een hartroerende wijze het hartroerende meesterstuk des grooten Borgers te bederven. Bij het derde couplet begonnen hare oogen te rollen, en bij het vierde rolden zij zoo zeer, dat ik vreesde dat zij van hare wangen afrollen zouden.

Ik zou de pen van Alfred de Musset moeten hebben, om uw zorgelooze zwerftochten op de bloeiende paden der jeugd naar waarde te verhalen; en zeker zou hij u ook hebben willen bezingen, indien hij, evenals ik, u met uw lieve, valsche stem dit ongekunstelde couplet uit een van uw lievelingsliederen had hooren voordragen: C'était un beau jour de printemps Que je me déclarai l'amant, L'amant d'une brunette Au coeur de Cupidon, Portant fine cornette Posée en papillon.

En op een vroolijke wijs zong zij: J'ai faim, mon père. Pas de fricot. J'ai froid, ma mère. Pas de tricot. Grelotte, Lolotte! Sanglote, Jacquot. Toen zij dit couplet gezongen had, riep zij haastig: "Gaat ge soms naar den schouwburg, mijnheer Marius? Ik ga er dikwijls heen. Ik heb een jongen broeder, die een vriend der acteurs is en mij soms kaartjes geeft.

Een vijfde geweerkogel had geen ander gevolg dan hem een derde couplet te ontlokken. Joie est mon caractère, C'est la faute

En uit het glanzend jong gebladert' Den bloei wekt van een nieuw gewas! DE MAN en DE VROUW Zie! zie hoe Mei een versche vracht Van groene levens gaat bestijgen En uit een wolk van witte twijgen Ons zegevierend tegenlacht! Een oogenblik in het gewas verdwenen, komt Mei met den stoet van DE JONGEREN, na de eerste woorden van het gezongen couplet, daaruit te voorschijn.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek