Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 11 oktober 2025


Maar hij wist het wel: in de mondainiteit zijn de meisjes het ergste; onnatuurlijk vroeg geblaseerd hebben ze iets duivelachtigs door hun ironische houding tegenover al wat ernstig of verheven is, al wat niet te vereenigen is met hun verfijnde genietingtjes, hun coquet gespeel.... Paul nam zich voor beleefd-vriendelijk te zijn zonder meer, dat is: bijna stug.... O God! die receptie morgen!... ze wilden dat hij daar bij zou staan!... Hij voelde zich een beetje baloorig worden, wrevelig over zich-zelf, omdat hij ook zoo precies gedaan had wat zij vroegen, en nu al gekomen was.

Zijn oog viel op eene piquante brunette, eene vriendin van Claudine uit hare schooljaren, die coquet genoeg was om het reeds vroeger op deze verovering te hebben toegelegd en die haar nu trachtte te verzekeren door zijne verbittering tegen Claudine te prikkelen, door telkens met zijdelingsche wenken en schijnbaar achtelooze uitvallen terug te komen op die teedere betrekking, die al van jongs af tusschen Claudine en den jongen Frits Rosemeijer had bestaan.

Goethe, door een vriend gevraagd, waarop dat moet uitloopen, antwoordt dat hij stellig is besloten, het eerste oogenblik dat Lotte zich als een gewoon coquet meisje doet kennen, het eerste oogenblik dat haar nòg nader tot hem voere, het laatste moment van hun omgang te doen zijn.

Toen vervolgde hij langzaam: "Maar nu weet je wel beter, he? En wil je me gelukkig maken? Wil je mijn vrouwtje worden, Elsje? Zeg toch wat; wil je, wil je?" "Ik wil wel," zei ze, niet zacht en verlegen, niet half coquet en aarzelend, maar met een heldere stem, duidelijk en vast en met een reine, vrome liefde in de oogen.

Zij meenden dat de weg de vreemdelingen zou uitlokken en naar de stad voeren, en dat hunne vrouwen daardoor tot nieuwsgierigheid zouden worden geprikkeld, van haar huis afkeerig zouden worden, lust zouden gevoelen om te gaan reizen, om de wereld te zien, en, als de westersche dames, ijdel en coquet zouden worden.

12 October 1902. Al sinds een jaar heb ik wat van mijzelf gehoord, dat mij bedroeft. Ik ben coquet. Spaar mij niet, antwoord mij oprecht: ben ik coquet? En zoo ja, waarin dan? Ik ben er erg verdrietig om, want ik wil niets aan me of om me hebben dat wuft is. Iemand, geen kwaadspreker, zegt, dat ik met mijne oogen spreek. Is het waar?

Ze wist: ze was nooit coquet geweest; van klein kind af had ze een afkeer gehad van aanstellerij, en ze had altijd met de jongens van school open en eenvoudig omgegaan.

Ik heb haar zien sterven in de somberte van een Italiaansch graf, terwijl zij het vergift opzoog van de lippen van haar geliefde. Ik heb haar zien dwalen door de bosschen van de Ardennen, verkleed als een aardige jongen, in een broek en buis, met een coquet petje op.

"Maar waarom werd ze dan niet weggejaagd?" "Och, je begrijpt toch, zoo'n directrice maakt niet graag standjes.... Haar vader betaalde goed, denk ik.... En dan had ze altijd de leeraars op haar hand, want die wist ze wel in te pakken, coquet nest dat ze is!...." Bernard lachte. "Zoo?.... Is ze zoo'n Carmen?"

Suzette wordt mooi, ? Suzette is een coquet nest! zei Jules. Verleden met dat diner hier ... Hij hield in eens op. Neen, ik zal het maar niet vertellen. Het is niet goed kwaad te spreken, niet waar, tante? Cecile glimlachte. Neen, natuurlijk niet! Ik zoû zoo gaarne heel goed zijn, tante. Dat is mooi van je. Neen, neen, weerde hij af. Ik vind alles zoo slecht, weet u.

Woord Van De Dag

cnapelinck

Anderen Op Zoek