United States or Cuba ? Vote for the TOP Country of the Week !


Nantas viel haar niet in de reden, door nieuwsgierigheid geprikkeld en onderstellende dat zijn concierge haar al die bijzonderheden had medegedeeld. Juffrouw Chuin kon ongestoord doorgaan, en zij vervolgde, pogende al zachter en vleiender haar woorden te kiezen: "Gij zijt iemand met een groote toekomst, mijnheer.

Wees op je tweeden tocht voorzichtiger en let vooral goed op mijn bibliotheek." "Wat bedoelt hij toch met zijn Venetiaanschen spiegel?" bromde de concierge, die ongerust om de langs den muur geplaatste houten ramen dwaalde, in zichzelf; "ik zie geen spiegel; maar dat is zeker een grap, ik zie niets, dan een kamerschut; enfin we zullen wel eens kijken wat er met de tweede reis mee komt."

"Zou uw huurder niet gauw de kamers leeg maken? Het is half een, en ik zou wel willen beginnen met inruimen," zeide de jonge man. "Hij zal nu wel dadelijk hier zijn," antwoordde de concierge; "trouwens, zoo heel erg is het niet, want uw meubels zijn toch nog niet hier," voegde hij eraan toe, nadruk leggend op de laatste woorden.

"Ik was op zijn kamer, toen hij thuiskwam," zeide Marcel tot Mimi, die buiten adem was van het lange verhaal. "Toen hij beneden om den sleutel vroeg, zeide de vrouw van den concierge tegen hem: "De kleine is weg." "Zoo," antwoordde Rodolphe, "dat verwondert me niets, dat had ik wel gedacht." "Toen liep hij de trap op en ik volgde hem, omdat ook ik voor een crisis vreesde.

Ik heb order, dat u geen haar moogt meenemen, voordat u de drie vervallen termijnen betaald hebt. Daartoe zult u waarschijnlijk wel in staat zijn." "Voor den donder," zeide Schaunard, die een pas voorwaarts deed. "Kom dan even bij me in mijn loge, dan zal ik u uw quitantie geven." "Ik zal ze, als ik terugkom, wel meenemen." "Maar waarom niet dadelijk?" drong de concierge aan.

Nadat de koopman ons de sigaren, welke met een rood-en-gouden band versierd waren, had helpen aansteken, kruisten wij de straat over. Tot den concierge, die de deur, waaraan vader belde, opende, zei mijn vader goedhartig: "Morjen!" "Om den directeur?" vroeg de concierge. "Waar aers om?" vroeg mijn vader terug.

Neen, mijn vader had den directeur niet gesproken. Maar wel een anderen heer, die, naar samenwerking van vaders herinnering en mijn school-Fransch aan den dag bracht, de concierge was geweest. Mijn vader had reeds dadelijk ontwaard, dat den concierge of den directeur te spreken op hetzelfde neerkwam.

"Dan is het goed. Kom naar beneden," antwoordde mijnheer Bernard. "Een oogenblikje geduld, als het u blieft," ging hij voort, zich tot den jongen man richtend. "Mijn concierge zal de voorwerpen, die de kamer van mijn insolvabelen huurder versieren, naar den kelder brengen, en binnen een half uur zult u de appartementen kunnen betrekken; trouwens uw meubels zijn er ook nog niet."

"Vanbinnen is het droger", verzekerde mijn vader. Onverhoeds bracht de directeur, op een knop drukkende, een bel aan het rinkelen, 't welk den concierge tevoorschijn tooverde. Terwijl deze ons met zachten drang naar den kameruitgang voerde, hoorden wij achter ons den directeur nogeens zeggen: "Dus een schriftelijk bewijs of een examen".

"Ik moet geld wisselen .... Ik heb geen kleingeld." "Zoo, zoo!" zeide de andere ongerust, "gaat u geld wisselen? Om het u makkelijk te maken, zal ik zoolang het pakje, dat u onder uw arm hebt, en dat u zou kunnen hinderen, bewaren." "Mijnheer de concierge," zeide Schaunard in het volle besef van zijn waardigheid; "wantrouwt u mij bij geval ook? Denkt u, dat ik mijn meubels in een zakdoek meeneem?"