United States or Réunion ? Vote for the TOP Country of the Week !


Toen Jean Valjean de vesting binnenging had niemand hem opgemerkt, want aller oogen waren op de vijf gekozenen en op de vier uniformen gericht. Jean Valjean had gezien en gehoord; hij had stil zijn rok uitgetrokken en hem op den hoop der anderen geworpen. De opschudding was onbeschrijfelijk. "Wie is deze man?" vroeg Bossuet. "'t Is," antwoordde Combeferre, "een man, die anderen redt."

Zwijgend drukten Jean Prouvaire en Combeferre elkander de hand en dicht bij elkander in den hoek der barricade staande, aanschouwden zij met bewondering, waaraan zich medelijden paarde, den ernstigen jongeling, die beul en priester, en even als het kristal, licht maar tevens rots was.

Hij had nog slechts een stomp van vier degens over; één meer dan Frans I te Marignan. Toen er geen levende aanvoerders meer waren dan Enjolras en Marius aan beide einden der barricade, zwichtte het centrum, dat Courfeyrac, Joly, Bossuet, Feuilly en Combeferre zoo lang verdedigd hadden.

Jean Prouvaire was van nog zachter aard dan Combeferre. Hij noemde zich Jehan uit een zekere vluchtige grilligheid, welke zich aan de machtige en diepe beweging paarde, waaruit de zoo noodige studie der Middeleeuwen is voortgekomen.

Wat mij aangaat, ik was genoodzaakt te doen wat ik gedaan heb, hoezeer ik het verafschuwde; ik heb mijzelven dus ook gericht en gij zult aanstonds zien waartoe ik mij heb veroordeeld." Allen, die hem hoorden, beefden. "Wij zullen uw lot deelen," riep Combeferre. "Goed," hernam Enjolras. "Nog één woord.

Maar Courfeyrac was een braaf jongeling. Onder de schijnbare overeenkomst van oppervlakkig verstand, was het onderscheid tusschen Tholomyes en hem zeer groot. In beiden school de man, bij dezen echter geheel anders dan bij genen. In Tholomyes een pleitbezorger, in Courfeyrac een dolend ridder. Enjolras was het hoofd, Combeferre de gids, Courfeyrac het centrum.

Zonder te antwoorden, tikte Enjolras Combeferre op den schouder en beiden gingen in het benedenvertrek. Een oogenblik later verlieten zij het weder. Enjolras hield over beide handen de vier uniformen, welke hij had doen ter zijde leggen; Combeferre volgde hem en droeg het lederwerk en de schako's. "Met deze uniformen," zei Enjolras, "mengt men zich onder de soldaten en ontsnapt.

Er zijn andere wezens, waaraan gij denken moet. Men mag niet zelfzuchtig zijn." Allen lieten treurig het hoofd zinken. Zonderlinge tegenstrijdigheid van het menschelijk hart in zijn verhevenste oogenblikken! Combeferre, die aldus sprak, was niet ouderloos. Hij herinnerde zich de moeders der anderen en vergat de zijne. Hij wilde zich laten dooden. Hij zelf was "zelfzuchtig!"

Enjolras, Courfeyrac en Combeferre behoorden tot degenen, die door de Bassompiere-straat waren gegaan, roepende: Naar de barricaden! In de straat Lesdiguières hadden zij een ouden man ontmoet, die voortging. 't Had hun aandacht getrokken dat deze goede man waggelde, alsof hij dronken was.

Jansmarkt, waar de wachtpost reeds ontwapend was, zich aangesloten bij een bende, aangevoerd door Enjolras, Courfeyrac, Combeferre en Feuilly. Zij waren genoegzaam gewapend. Bahorel en Jean Prouvaire hadden hen wedergevonden en vermeerderden de groep. Enjolras had een jachtgeweer met dubbelen loop.