Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 2 juli 2025


Claes Gerritsz, om wien niemand zich meer bekommerde, keerde insgelijks snel terug en trachtte den monnik in 't gelaat te zien. "Wij laten niemand op onze landdagen toe dan een Fries," zeide Aylva: "of dezulken, die mededeelingen hebben te doen, de belangen van Friesland betreffende."

De keuze was dus niet moeilijk voor hem en spoedig gedaan. Hij stemde er in toe het gevraagde losgeld te betalen, indien iemand maar zoo goed wilde zijn, als bode een brief voor hem naar Amsterdam over te brengen. »Naar Moorddam?" vroeg Claes Symensen lachend, want zoo werd toen Amsterdam gewoonlijk door de Geuzen genoemd. »Ik bedank er feestelijk voor. 't Mocht mij den kop eens kosten."

"Wat mocht hij vertellen," riep Claes Gerritsz: "een vreemdeling mag niet tegen een burger gehoord worden, volgens artikel II van het Pr...." "Antwoord wanneer men u vragen zal, Haarlemmer mug!" duwde hem Seerp Van Adeelen met bitsheid toe: "of," vervolgde hij, hem met een donkeren blik aanziende: "kunt gij mij zeggen, wie hier de stoutheid heeft gehad een dienaar van den Olderman te knevelen?"

Ook Aelbert en Marten sprongen op en ijlden naar hem toe, en de Vrijbuiters stonden in de grootste verbazing hem aan te staren. Maar vreugde tintelde in hun oog, en een blijde glimlach plooide hunne lippen. »'t Oude Hoen!" riep Claes Kees Symensen verheugd uit. »God lof! Hij is het gevaar ontkomen!" En van alle kanten klonk het: »Godlof! Godlof! Hij leeft, en is het gevaar ontkomen!"

Opdat ze enkele juweelen van Claes te goedkooper zou krijgen, want ze wist wel, dat hij begeerig naar het hout was, en ook zeide ze het, daar haar ziel gewend was naar het zalige Christen-geloof.

»En mij ook!" riep Jan Walichs uit. »Ik houd je gezelschap, Claes!" »Ook in een tobbe? Uitstekend." »Twee is genoeg, vrienden," zei 't Oude Hoen. »Meer dan twee zou direct de aandacht trekken. Wij moeten de zaak dus morgen wagen. Als Aelbert en Marten dezen nacht een goede vangst hebben, zou ik niet weten, waarop wij wachten moesten."

»Daar vangen we alleen Amsterdamsche Oversten," lachte Claes Symensen, met een knipoogje tegen Marten. »Zonder hengel of snoer!" zei Jan Walichs. »Ik zou wel willen, dat we nog zoo'n goudvink konden snappen." »Dat zal waar wezen!" lachten de anderen. »Waar zullen we heengaan, mannen?" vroeg 't Oude Hoen.

Weet, alle Christenmenschen, dat op de wijze, hierna verteld, in Dordrecht is gebracht het waarachtig Heilig Hout, ofte een stuk van het Heilige Kruis. Lang geleden woonde er in Dordrecht een eerlijk jongeling, Claes Scoutet was zijn naam; en hij diende zijn meester vele jaren lang, onderdanig en getrouw.

»Wij beginnen pas," zei Aelbert lachend. »Maar u moet niet praten, Claes Symensen, want de kleinste onvoorzichtigheid kan ons noodlottig worden." »Je hebt gelijk. Ik zal zoo stom wezen, als een paling," was het antwoord. »Zeg je wat?" riep Jan Walichs uit de andere tobbe.

Zoo verschenen daar nog Joachim Cleynsorg, die door Diederik van Sonoy belast was met het bevel over een vendel krijgslieden, Engel Lastpenning van Krommenie, Claes Kees Symensen, Pieter Claessen Yperen van Oostzaan, en nog verscheidene anderen. Man voor man waren zij bereid voor de zaak der vrijheid te sterven. Ook de zoon van 't Oude Hoen was onder de aanwezigen.

Woord Van De Dag

soepe

Anderen Op Zoek