United States or Djibouti ? Vote for the TOP Country of the Week !


Er was hoffelijke begroeting tusschen koopman en dominus. Ik kom eens kijken, zei Lavinius, met de twee jongens hem ieder aan een arm slingerslenterend. Ik dacht, dat je Cecilius en Cecilianus verkoopen kwam, zei voor de grap Autronius; hij was dik, kaal, gewichtig-joviaal. Dat kan je denken! zei Cecilius. .... K

Leid jij eens die heerschapjes naar de edele Crispina. De soldaat wees den jongens den weg, ging met hen meê, door de donkere parken. Wat is het hier somber.... zei Cecilius. Nou, het wordt nacht, zei Decius. Ja, maar het is hier wèl somber, vond Cecilianus. Met die donkere boomen. Het is hier akelig stil.... Je hoort niets, zei Cecilianus; dan je eigen passen....

Ik heb het gisteren nacht nièt goed kunnen zien, zei Cecilius. Het is móoier dan het Theater te Alexandrië! gaf Cecilianus toch wel toe.

Als Cecilianus op zijn schouders zit, wil ik wel op jou schouders zitten! Vooruit dan! De gladiatoren bukten, vuisten op knie. De jongens sprongen op hun ruggen. De ezel ging voor, met Gymnazium, Nilus en Alexa ter zijde. Volgden Taurus en de meiden. Volgde de geheele grex, met Latinus, Thymele, Lentulus, de "beroemde" gasten, joviaal met zelfs de minsten van den troep.

Plinius kwam aan, gehuld in luchtige synthesis en soleæ aan de voeten. En nu, vrienden, aan tafel, noodde hij hen. .... Je laat me ook nooit uitspreken, verweet Cecilius, boos. Broêrtje en Cecilianus vlijde zich tegen hem aan; niet boos zijn: ik heb al zoo een honger....!

Martialis wekte op uit zijne peinzing. Jongens, zeide hij. Hier stap ik uit. Dit is de poort, waardoor ik den Keizer bereik. Waar gaan jullie heen? Heer, zeide Cecilius. Wij moeten den dominus zoeken.... .... dominus zoeken, herhaalde Cecilianus. Hij zal vermoedelijk in het Theater zijn.... .... in het Theater zijn van Pompeïus.... .... van Pompeïus, natuurlijk....

Zoo, ben ik maar....? begon Clarus woedend; hij was al in de twintig, zijn stem werd al te mannelijk; hij moest die forceeren naar de hoogte toe. Ja, en jij hebt de stem van een vènt, minachtte Cecilianus en Clarus werd rood van boosheid maar de senex wenkte hem en zij smoesden, terwijl allen nu, langzaam, slenterend, op weg gingen naar het Pompeïus-theater, voor de repetitie.

Gaan we samen naar het Colosseum! En Cecilius, vertelde Cecilianus voort; w

Zijn toon was hoog, als van een meester. Kom meê, zeide Crispina. Zij geleidde hem de smalle gang door langs den rooden fresco-wand. Zij opende hem de deur van het sierlijke kamertje. Cecilianus, zeide zij zacht; hier is de dominus. De jongen lag op bed. Hij was niet opgestaan. Hij was bleek, met blauwe kringen de oogen omcirkeld.