Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 14 juli 2025


Zoo, ben ik maar....? begon Clarus woedend; hij was al in de twintig, zijn stem werd al te mannelijk; hij moest die forceeren naar de hoogte toe. Ja, en jij hebt de stem van een vènt, minachtte Cecilianus en Clarus werd rood van boosheid maar de senex wenkte hem en zij smoesden, terwijl allen nu, langzaam, slenterend, op weg gingen naar het Pompeïus-theater, voor de repetitie.

Vraag je meester of je ons mag komen zien, in het Pompeïus-theater, over twee dagen! En applaudisseer ons dan! Dat zullen we doen, hoor.... Wil je vast snoepen?.... Neen, neen! kreet Cecilianus wanhopig, toen een schotel hem toe gestoken werd. We mogen niet eten als we spelen moeten, lichtte Cecilius in en trok zijn broêrtje weg van de verleiding. De jongens dwaalden langs het strand.

De jongens liepen verder en plots wees Cecilius, klemmend de maskers onder zijn arm, in de mantelplooien: Dáar moet het zijn.... .... Moèt het zijn, beweerde Cecilianus met nadruk. Want een hooge half-cirkel muurde omhoog, met beelden bekroond. Het Pompeïus-Theater.... Met zijn portiek.... De maan was achter de wolken. Tusschen de zuilen van den immensen porticus van het Theater donkerde het.

In vroegere eeuwen die der Republiek vóor het Keizerrijk, waren de Scenische Spelen, die nu in het Pompeïus-Theater plaats zouden hebben, vertoond op dit plein, op de traptreden des tempels. Nu echter verzamelde zich, 's vroegmorgens, het volk om den telkens herhaalden omgang te zien. De priesters, die den tempel uit traden, dragende het heel heilige Beeld: Mater Deum Magna Idææ! galmden zij.

Het galmde, weêrgalmde door de lucht, tegen de huizen, van het gillen en roepen en lokken der priesters, het schreeuwen der vrouwen, het ezelgebalk en het trompetgetoeter en cymbalengekletter der kinderen. Tegen het Pompeïus-Theater golfde als een dichte, bontkleurige zee aan, waaruit de koppen dreven, de armen omhoog staken met wijdvingerige handen als van drenkelingen.

Ik ben bij hem ontboden; als hij héel treurig is en genoeg van zijn narren heeft, roept hij mij om hem te verstrooien. Ja, Lavinius, wij, dichters zijn somtijds narren en narren zijn dikwijls dichters.... Vale, Lavinius.... Vale, edele Martialis! Tot morgen, in mijn Pompeïus-Theater.... Tot morgen, in jòu Pompeïus-Theater! Lavinius Gabinius, vale! De Megalezia!

Woord Van De Dag

estes

Anderen Op Zoek