Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 20 juni 2025


Dikwijls hebben zij getracht, zoo door vergift als met openbaar geweld, maar te vergeefs, hem ter dood te brengenDe geleerde kloosterling bezweek in zijne geboortestad den 14 April 1573. Naar het bosch-Joly. Ja, Ronse heeft eene heerlijke omgeving. In de stad slenterend, kan men ze hier en daar, door eene zacht klimmende straat, reeds bewonderen.

En omdat de drie mannen zaten te praten, gingen zij om hen staan, als goede kennissen groetend, toen luisterend, zich rekkend.... Uit een nauw zijslop kwamen slenterend de "paraziet" en Syrus, de "slave-rol".... Wie is die Johannes? vroeg de dominus.

Want nooit zag zij zijn oog zoo droevig, nooit zoo ter aarde geslagen; nooit was zijn stap zoo slenterend en onverschillig.

Hij zorgt er wel voor, een eenzamen weg te kiezen, waar we geen kans hebben iemand te ontmoeten. We mogen het kind niet tegenover vreemden vernederen, als we 't willen opheffen. De overige kinderen zijn keurig gekleed. Den geheelen middag loopt de gemerkte met neergebogen hoofd slenterend achter ons aan. Ze is daarna veel verbeterd. Ze is zelfs minder onbezonnen dan de andere kinderen.

Ik moest en wilde en zou haar zien, wat er nu ook gebeurde; en schijnbaar kalm ging ik naar den winkel toe, kalm en slenterend, als een wandelaar die nu eenmaal goed den tijd heeft om alles op te nemen wat hem ook maar eenigszins interesseeren kan. Ik zag een roomkleurige rez-de-chaussée omlijst met goud en aan beide kanten van de deur twee groote spiegelramen.

Het was er werkelijk een gezellig hôtel en 't diner was heel lekker. Als ik me wel herinner hebben we dien avond champagne gedronken. Veronderstel een kalme Nederlander, slenterend voor zijn boodschappen, voor zijn pleizier of zijn gezondheid op het Spui of in de Veenestraat.

Eindelijk stonden ze, de een na den ander, loom op en liepen de Kalverstraat in, slenterend langs de lichte winkels, telkens van elkaar afrakend in de volte, in de nimmer-eindende optochten van donkere mensch-figuren, die in de straat-engte elkaar voorbij togen. Woelige Zaterdagavond-drukte rumoerde tusschen de huizen-muren.

Een heel klein, donker vogeltje, nauwelijks zichtbaar in het naakt-twijgen-gewirwar van een appelboom, zong kort en fijn een doodweemoedig deuntje. 't Was als de stil-trillende klacht van een zwak-lijdend zieltje in de wijde, winter-eenzame verlatenheid. Zij huiverde en met een diepen zucht ging zij weer Meleken helpen omwasschen... De mannen liepen slenterend verder.

En de vrouwen met 'r glimmende groene-zeep-gezichten, afzichtelijk beplakt en belapt, met vette haarpiekjes en krulletjes en met veertjes, lintjes, kantjes en ordinair, grof blomgeflodder. En dan dat gaan in groepen, in families, slenterend, sloffend, van de eene kroeg naar de andere met den kinderwagen voorop.

Menschen met donkere en dreigende gezichten liepen rond, van plundering teruggehouden door de aanwezigheid van al die militaire macht. We zagen de meest verschillende typen, weinig Russen, maar Armeniërs, Georgiërs, Turken, Joden, Tsjerkessen, Tartaren, Lesghiërs, slenterend in de vuile straten aan de haven.

Woord Van De Dag

phylarchos

Anderen Op Zoek