Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 15 mei 2025


"Welnu!" zeide Arkel, een goudbeurs uithalende: "haast u: er is weinig tijds over, en zoo ik thans het geheim niet weet, zal het mij niet baten." "Ziehier," zeide de kokeler, de beurs aannemende, "den brief, waarmede Bianca di Salerno haar zoon aan Carlo della Scala vertrouwde: en hier den ring, dien Aylva aan zijn echtgenoote schonk. Het overige is Reinout bekend."

"Allo!" riep hij met zijn min of meer schorre stem Carlo junior toe, "laat eens een paar van de artisten buiten komen." "Wie?" klonk het terug. "Eerst Jack, dan Minca en Tom." In den wagen blafte een hond; 't was Tom, hij had zijn naam gehoord. Een oogenblik later sprongen twee keesapen en een zwarte poedel van het trapje hem te gemoet.

Zij vormde daartoe een stout, maar welberekend ontwerp: zij kende den edelen aard van Carlo della Scala, die, om den schijn niet te hebben van met zijnen snooden neef te heulen, in Pisa was gaan wonen. Zij schreef aan dezen, en belastte mij, haar zoon tot hem te brengen.

Voor eenige jaren won pater Agostino da Montefeltro, een eenvoudige Franciskaner monnik, die zijn preêken in de kerk S. Carlo al Corso, des Zondags het vereenigingspunt der aristocratische wereld, hield, den palm der welsprekendheid en dien der openbare volksgunst. Met de preek van Aschwoensdag begon zijn glorie, en hij werd de man van den dag.

In de morgenuren had Pescadospunt hooren verhalen, wat daags te voren in de speelzalen van Monte Carlo plaats gevonden had, namelijk die ongeloofelijke reeks van de roode kleur, die zoovele slachtoffers gemaakt had en waaronder voornamelijk Sarcany en Silas Toronthal aangehaald werden.

Het was de charme, de teeder melancholieke charme, van het zwakke, dat geroepen wordt tot den plicht van het allerhoogste, de charme, die ons, op aarde, roert in een kind, dat een kroon draagt... En zeg me nu niet: die Eterno Padre van Carlo Dolci is geen God: ik zie dat wel en ik weet dat wel.

Carlo van zijn kant gevoelde, zonder het zelf te weten, dat zij boven hem stond, en het was vermakelijk hem tot anderen te hooren zeggen: "'k Heb een best wijf, die den boel bij mekaar houdt; voor de kinderen kan het niet beter, maar er zit niet veel bij: artistenbloed heeft ze niet, en dat is het eenigste wat me hindert."

Zij waren daags te voren door de vlet van de Electric 2, behoorende tot de vloot van het eiland Antekirrta, op de kaap van Monte Carlo zonder meer ontscheept. Bagage hadden zij niet noodig geacht. Met welk doel waren zij hier gekomen? Wat voerde hen hier heen, in die plaats des verderfs? Wij zullen het straks vernemen. De ontwikkeling van het verhaal zal ons wel tot de ontknooping voeren.

"Nu spreekt gij, zooals ik het gaarne heb," zeide Aylva: "en ik ontwaar met vreugde, dat gij hem recht doet, en dat uw misdaad alleen een gevolg van gramschap was en niet uit een boos gemoed ontsproot. Neen: ik mag niet langer twijfelen. Deze brief is van Bianca's hand! De edele Carlo heeft die zeker herkend en gezwegen, om haar rampspoedig lot niet te verzwaren!

"Wees toch niet zoo bang: 't heeft niets geen nood, de bui trekt al over." Een zonderling vuur schittert in Keetjes oogen; haar lippen zijn droog; in haar slapen tintelt en klopt het onuitstaanbaar. "Daar is Dorus," zegt de zieke eensklaps op droevigen toon. "Waar?" Carlo wendt het hoofd om, maar ziet niemand. "Ha! ha! ha! wat staat hem dat pakje grappig.

Woord Van De Dag

meisjesschaar

Anderen Op Zoek