United States or Guinea-Bissau ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zij loopen nooit hard ... haar passen zijn lang-glijdend en gelijkmatig ... echter kan zelfs de vlugste boerenjongen het op den duur niet tegen haar volhouden. Bovendien trekken zij altijd in dichte drommen uit, en, net als koeien, die een hond omsingelen, sluiten zij zich in een kring, tot de benarde mensch zich niet meer weet te verweren. Geen gevaarlijker witte wiven dan die uit Tubbergen!

Roem-roem-roem-roem-roem. Haast worden ze op de hielen getrapt door een derde paar. 'n Logge boerenjongen met de dochter van de schooljuffrouw. Op z'n rooie, verbruinde, jukbeenderen gezicht hangt 'n grijze pet. 'n Groote, zwarte, versabbelde sigaar dampt in z'n hoofd. Hij is in boezeroen, dat klappert en bult om z'n lompe lichaam. Z'n broek is van verschoten fluweel.

"Waaròm doen jelui dat zoo graag?" vroeg de jonge Caddles. Ik maak, uit wat ik ervan gehoord heb, op, dat de verlegenheid duurde tot de boerenjongen, zich herinnerend dat hij een man was, den jongen Caddles heftig, met luide bedreigingen, geschreeuw en manhaftige vloeken, zooals het geval vereischte, beval hen bij dit en dat neêr te zetten.

't Was Thom na dat laatste zeer beslissend: vaarwel, niet mogelijk een woord meer te spreken. Ja toch: "Maar ik bid u, generaal!" Halt! zóó donker heeft hij nog nooit een oog zien worden. Goeie hemel, moest dit het besluit dan wezen! Die beste dokter! En dan, ach!.... Daar was eens een koning en die koning had een dochter en, en.... de boerenjongen was een gek, een verduivelde gek!

Daar Wouter er nog niet was, zag God-zelf zich wel genoodzaakt 'n hand uittesteken. Hy verwekte een verlosser in Israël, in de gedaante van 'n kleinen boerenjongen, die uit het dorp over de vaart heen bemerkte dat er by het tolhek iets byzonders aan de hand was, en z'n ontdekking aan twee, drie anderen meedeelde.

Eensklaps kwamen er twee paarden aanrijden om gedrenkt te worden; een boerenjongen reed op het eene; hij had al zijn kleeren uitgetrokken behalve zijn grooten, breeden, stroohoed.

Of Door iets op de deel verrichten moest, waarheen Frerik zich begeven had, weten wij niet; maar zeker is het, dat zij er kwam toen Frerik daar op en neer liep, en dat ze ook zoo roar wier toen Frerik zei: "Door, heur is!" "Wat is 't, Frerik?" vroeg het meisje, terwijl ze hem naderde. "Door," begon de boerenjongen: "ge weet da'k mergen vort mot.

Toen dorsten we niet verder en liepen maar weer naar Amsterdam terug en liepen achter elkaar langs de Naarder trekvaart en zongen, en een boerenmeid zei tegen een boerenjongen: "D'r het niks van in de krant 'estaan jong, hoe vin je dat nou? wist jai d'r van?" Dus deden we maar niks. Ja toch, in dien tijd maakte Bekker z'n eerste gedicht. 'k Weet 't nog heel goed, 't was op een Zondag, natuurlijk.

Sergius en een boerenjongen, die juist aan 't glijden waren, konden het sleetje niet meer tegenhouden en geraakten onder de paarden. De kinderen kregen geen letsel en de troika reed verder.

Voeten, handen en hoofd waren van een kleinen boerenjongen. Wat moest die daar? Waar zou hij zoo nieuwsgierig naar kijken? Naar de bloemen in den tuin? Och, wat geeft nu zoo'n boerenjongen om bloemen. Naar de tor keek hij toch zeker ook niet. "Maar waar zou wacht, 'k weet het: natuurlijk kijkt hij naar mij!" dacht Hans trotsch.