Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 9 oktober 2025
Toen werd Thonarr vertoornd, en hij zeide, dat alles onder de Asen slecht verdeeld zou zijn, wanneer Wodan over zoo iets gewichtigs naar willekeur kon beschikken. Maar Haarbaard bespotte Thonarr op zijn beurt en zeide: "Herinnert de sterke Thonarr zich nog hoe hij zich eens in een handschoen verborg en van angst niet durfde ademhalen? Dat moest de bergreus eens weten!"
Toen hij nu den beker met den wijn gevuld in de hand hield en den waarzegger bespotte, sprak deze het later tot een spreekwoord gewordene: polla metaxy pelei kylikos kai cheileos akrou. Anchesmus, Anchesmos, berg ten N. O. van Athene, met een tempel van Zeus. Anchiale, Anchiale, naam van twee steden, in Thracia aan den Pontus Euxinus, en op de kust van Cilicia tusschen Tarsus en Soli.
En ik herinner mij ook hoe Guus Boevers, de waaghalzige zoon der groote boerderij, welke daar aan den oever lag, ons eens minachtend om onzen angst bespotte en zelf, in dolle vermetelheid, de eerste schreden op den dichtgevroren vijver deed.
In den kring van het gezin nam ik de proef met mijne onbeschaamdheid. Ik bespotte elk oogenblik mijn vader en mijn moeder.
Bib., een dichter ten tijde van Caesar, dien Horatius in zijn verzen bespotte; hij was te Cremona geboren, hij was, evenals Catullus, een tegenstander van Caesar, en ook van Augustus; beiden heeft hij in zijn epigrammen bespot, de Purpureones, waaronder L. Fur.
"O, neen; wat de aanleiding tot mijn vergissing geweest is, Miss Granger, waren de voetstappen, en het praatje en de afspraak die gij op het kerkhof gemaakt hebt, en die ik, zonder het te willen, gehoord heb niet het praatje alleen. Natuurlijk moet ik er nu mijn verontschuldigingen over maken." Weder stampvoette Beatrice. Zij zag dat hij haar bespotte, en gevoelde dat hij haar niet geloofde.
Dat geld is het mijne, want in hun haven werd het goud van Amen-Ra gestolen". Gedurende negentien dagen bleef ik in hun haven en iederen dag zond de vorst mij een boodschap, met het verzoek, te vertrekken. Op zekeren avond, toen de vorst van Byblos aan zijn goden offerde en één voor hem danste, bespotte hij mij en verzocht mij, mijn god levend te maken.
De oude man, die over het vuur stond gebogen om een stukje brood te roosteren, keek op terwijl hij Oliver aldus bespotte, als om te toonen, hoe hij heel goed wist, dat Oliver dolgraag weg zou gaan als hij kon. »Ik denk,« zei de Jood, terwijl hij zijn oogen op Oliver richtte, »dat je wel graag zult willen weten, waarom je naar Bill toegaat.... is 't niet, lieverd?«
Remus beweerde, omdat hij ze 't eerst gezien had, de gunsteling der goden te zijn, terwijl Romulus hetzelfde volhield, omdat hij de #meeste# vogels gezien had. Toen Remus zijn' broeder daarenboven nog bespotte over de geringheid van den bouw, en ten bewijze daarvan over den ringmuur heensprong, werd Romulus zoo toornig, dat hij zijn' zwaard greep en zijn' broeder versloeg.
Pluizer bespotte hem, als hij over Windekind sprak. En langzamerhand begon hij te gelooven, dat Windekind er nooit geweest was. 'Maar, Pluizer! dan is het sleuteltje er ook niet, dan is er niets! 'Niets! Niets! Er zijn menschen en cijfers, dat is alles waar, dat bestaat, eindeloos veel cijfers. 'Maar, Pluizer, dan hebt ge mij bedrogen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek