Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 9 oktober 2025
Ja, soms was hij bepaald ietwat ingenomen met zich zelf, vond hij zich lang niet de minste van zijn clubje, een kranig jong koopman, maar een uur later lachte hij zich schamper uit om die verbeelding en bespotte zijn eigen figuur en zijn manier van doen, tot in kleinigheden, als gold 't een gek, die hij ergens zag zitten.
Als ik gedurfd had, zou ik geantwoord hebben, dat hij zoowel den meester als den leerling bespotte, maar uit eerbied en uit vrees hield ik gelukkig dit gezegde altijd terug; ik stelde mij tevreden met het tegen mezelf te zeggen, wanneer Joli-Coeur met dit gebaar begon en een leelijk gezicht daarbij trok, hetgeen mij toch altijd eenige verlichting gaf.
Sappho bespotte haren broeder wegens dezen koop, in bijtend scherpe verzen; Alcaeus evenwel liet Charaxus recht wedervaren, terwijl hij Rhodopis in liederen vol gloed en geestdrift bezong. »De broeder der dichteres, die tot nog toe onder de vele vreemdelingen te Naucratis onopgemerkt was gebleven, verwierf op eenmaal door Rhodopis een groote vermaardheid.
De vorstin bespotte haar echtgenoot om zijn Russische eigenaardigheden, maar zij was toch zoo opgewekt en vroolijk als zij sedert haar verblijf in de badplaats nog niet geweest was. De overste lachte als altijd bij het schertsen van den vorst, maar, wat de Europeesche zeden betrof, die hij meende grondig bestudeerd te hebben, helde hij geheel naar de beschouwing der gravin over.
In 1785 overkwam hetzelfde aan den beroemden luchtreiziger Zambeccari, een italiaansch edelman. Hij was op den ongelukkigen inval gekomen, om de montgolfière te verbinden met den gasballon, dat wil zeggen om vuur en kruit saam te brengen. Herhaalde malen poogde hij te Bologna op te stijgen: te vergeefs. Het publiek bespotte en beschimpte hem; men schold hem een dwaas, een lafaard, een ellendeling.
Als hy door eenen Hollander in een brief tot afstand geraaden wierd, bespotte hy hem met een rymtje na dien tyd, voegende boven het zelve al boertende deze Eeretytelen: Ik, Groote Pier, Koning van Friesland, Hertog van Sneek, Graaf van Slooten, Vryheer van Hindeloopen, en Capitein-Generaal van de Zuiderzee .
Deze kleine groote wereld had zelfs in de Tuilerieën de verfijning ingevoerd om, met den koning sprekende, "de koning" in den derden persoon en nooit "uwe majesteit" te zeggen, daar deze titel door den "overweldiger bezoedeld was." Daar werden èn de feiten èn de menschen beoordeeld. Men bespotte er de eeuw, 't geen iemand ontsloeg om haar te begrijpen. Men hielp elkander in verwondering.
In het naar huis gaan was ik stil en afgetrokken, zoo zelfs dat Suzanna mij daarover bespotte; ik had echter twee zeer goede verschooningen gereed, namelijk: slaap en vermoeienis, welke mijn goede moeder alleszins geldig vond: en ik bekwam alzoo verlof om niet te spreken en mij tot slapen te zetten.
Toen men haar aanspoorde een traan te storten, bespotte zij de herauten en vluchtend in de donkere schuilhoeken van haar grot, zei zij dat geen traan uit haar oogen zou vallen en dat, wat haar betrof, Hel haar prooi voor goed houden mocht. Thok nu weende Met tranen droog Om Balders dood. Noch in leven, noch in dood Gaf hij mij vreugde, Houde Hel haar buit. Oudere Edda.
Ik heb nu dikwijls de japon met den sleep aan; je weet wel, waar je altijd op trapte en waarop je eens ging liggen om je te laten meesleepen. En weet je nog hoe papa toen lachte en zeide dat jij mij bespotte? Maar nu draag ik die dikwijls, zoodat ik op een dame gelijk, en zal dus misschien wel gauw trouwen. Dan mag je komen, Cae. Ik verlang erg naar je en in het geheim blijf ik altijd
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek