United States or Iran ? Vote for the TOP Country of the Week !


Nog fluistert hier en daar een enkele stem, maar reeds na eenige streken verstomt ook de meest praatgrage toehoorder; 't wordt doodstil, men kan, zooals men 't noemt, een speld hooren vallen in de zaal, waardoor de heerlijke tonen ruischen, die Dorus aan zijn Cremona ontlokt. Vol, breed en krachtig, beschaafd en edel is zijn toon, meesterlijk zijn techniek, en ademloos luisteren allen.

Daarna tot Neifile het woord richtend, beval zij, dat die zou voortgaan. Deze begon blijmoedig te spreken: Omdat Filostrato met vertellen Romagna is binnengegetrokken, behaagt het ook aan mij daar wat rond te gaan met mijn verhaal. Ik zeg dan, dat er in de stad Faënza twee Lombarden woonden, waarvan de een Guidotto van Cremona genoemd werd en de ander Giacomin van Pavia, beide mannen op leeftijd.

Toen echter Octavianus na den slag bij Philippi de veteranen door eene toewijzing van landerijen beloonen wilde en daartoe ook de omstreken van Cremona en Mantua had uitgekozen, zag ook Vergilius zijn goed door een vreemde in bezit nemen . Door bemiddeling echter van C. Asinius Pollio, die met 7 legioenen in het gebied der Veneti stond en de landverdeeling bestuurde, had deze inbezitneming geen verder gevolg en beloofde Octavianus aan Vergilius, dat zijn landgoed ongemoeid zou blijven.

Giacomino die in zijn leven heel wat had gezien en die goedhartig was, antwoordde kortweg: Heeren, als ik in mijn gebied was als gij in het Uwe, houd ik mij toch zoo voor Uw vriend, dat ik hierin als in elke andere zaak geheel zou handelen naar Uw genoegen, en bovendien moet ik dus te meer Uw verlangens vervullen, omdat gij U zelf hebt beleedigd, daar dit meisje, misschien gelijk vele meenen niet van Cremona is, noch van Pavia maar integendeel van Faentina, hoewel noch ik, noch zij, noch diegene, van wien ik het kind heb, ooit wisten van wien zij de dochter was.

Bazira, Bazira, vesting op den Paropamisus ten W. van de bergvesting Aornus. Bebriacum = Bedriacum. Bebryces, Bebrykes, mythisch volk in Bithynië, door de Argonauten bezocht. Het volk is ongeveer in de 8ste eeuw door de Bithyniërs uitgeroeid. Naar hen heette Bithynia vroeger Bebrycia. Bedriacum, Betriakon, vlek in Gallia Cisalpina tusschen Verona en Cremona, waar in 69 n.

"Op mijn viool; ze is in orde gebracht, en..." hij lachte erg vriendelijk, "je moogt haar behouden ook. 't Is een echte Cremona; ik geef ze je als aandenken aan dezen dag... den verlovingsdag van mijn kind, dat ik zoo graag gelukkig zie." "Lieve, beste papa!" zeide Albertine. "Och! dat had je goede moeder nog moeten beleven."

Het gelukte reeds aan Karel IV. Daar hij altijd veel belang stelde in mechanica, en, zooals men zich zal herinneren, langen tijd ontstemd was, doordat een zeker aantal klokken niet juist gelijktijdig wilden slaan, belastte hij een ingenieur uit Cremona, Juanilo Turriano geheeten, met het oplossen van de vraag der watervoorziening.

Het gelukte reeds aan Karel IV. Daar hij altijd veel belang stelde in mechanica, en, zooals men zich zal herinneren, langen tijd ontstemd was, doordat een zeker aantal klokken niet juist gelijktijdig wilden slaan, belastte hij een ingenieur uit Cremona, Juanilo Turriano geheeten, met het oplossen van de vraag der watervoorziening.

Giacomino antwoordde hun: Guidotta van Cremona was mijn metgezel en vriend en toen hij op sterven lag, zeide hij mij, dat, wanneer deze stad door Keizer Frederik genomen werd en alles werd geplunderd, hij met zijn metgezellen in een huis trad en het vol buit vond en verlaten door hen, die het bewoonden behalve door dat kind, dat ongeveer twee jaar oud was en dat, toen het hem de trappen zag opklimmen, hem vader noemde.

In 219, vóór het uitbreken van den tweeden punischen oorlog, stichtten de Rom. te Placentia en te Cremona lat. koloniën. In 200 werd Plac. door de Galliërs verwoest, doch spoedig daarop door de Rom. herbouwd, en in 190 evenals Cremona met vele nieuwe kolonisten versterkt. In 90 kreeg de stad het Rom. burgerrecht. Placia, Plakia, oude pelasgische volkplanting aan de Propontis, ten O. van Cyzicus.