Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 2 oktober 2025
Juffrouw Bess en Partridge groetten eerbiedig de bouwvallen van Douglas-Castle, die eenige oude herinneringen uit de geschiedenis van Schotland in hun brein te voorschijn riepen; maar hunne oogen wendden zich af van de zuil die opgericht werd ter eere van Harry Bell, den uitvinder en de vervaardiger van het eerste schip, dat zich met behulp van werktuigen bewoog en welks raderen door hun geklepper deze stille wateren beroerden.
"Dien beroerden professor, waar je altijd over schreef. Als je zegt, dat je hem liefhebt, doe ik iets wanhopigs," en hij zag er uit, alsof hij zijn woord zou houden, toen hij met van woede glinsterende oogen zijn vuist balde.
Wanneer nu die dam gelegd is, weet ik niet; naar het schijnt kreeg het vlek, dat aanvankelijk wel niet meer dan een visschersdorp zal zijn geweest, omtrent het midden der veertiende eeuw eenige stadsrechten. De jeugdige poorterij nam levendig deel in de burgertwisten en partijschappen, die gedurende bijna de geheele vijftiende eeuw Holland beroerden, en moest daar nu en dan zwaar voor boeten.
En als Justus nu zijn groen gordijntje wilde dichtschuiven, om in het donker zijne wanhoop uit te schreien .... o God! daar zat zij! daar zag hij haar vlak in het schuin opgeheven gelaat, vlak in de heerlijk opziende oogen! daar rees hare blanke hand zachtkens uit haren schoot! daar beroerden hare rozelippen als met eenen gloeienden kus haar kerkboekje met de twee gouden sloten!..... Justus speelde dien namiddag zóó woest en wereldsch, dat de vromen meenden, de baarlijke duivel voer door de pijpen; en dat de dominee 's avonds bij Van Meppen klaagde: hij vreesde dat de kwâjongen zoowaar vóór kerktijd een bittertje gedronken had!
Wie haar en haar omgeving niet kende en niet alle uitdrukkingen van medegevoel, ontsteltenis en verwondering van de zijde der vrouwen, dat zij het waagde zoo in dit opvallend kanten hoofdtooisel en met haar schoonheid openlijk voor de wereld te verschijnen, gehoord had, die moest de kalmte en schoonheid dezer vrouw bewonderen en kon niet vermoeden, dat de gevoelens van een mensch, dien men aan den schandpaal stelt, haar ziel beroerden.
En wanneer de slanke, duizendvonkig schitterende lijven elkander beroerden, weerklonken heerlijke accoorden als van kristallen klokjes en de middelste strekte als vervuld van smachtend verlangen het kopje ten spiegel uit, terwijl de blauwe oogen zeiden: „Gij kent mij dus gij gelooft dus aan mij, Anselmus? in het geloof slechts is de liefde gij kunt dus beminnen?” „O, Serpentina, Serpentina!” riep de student in uitzinnige vervoering, maar archivaris Lindhorst ademde haastig op den spiegel, toen voeren met electrisch geknetter de stralen in het brandpunt terug en aan zijn hand schitterde slechts weer een kleine smaragd, waarover de archivaris den handschoen schoof. „Hebt u de gouden slangetjes gezien, Mijnheer Anselmus?” vroeg archivaris Lindhorst. „God, ja,” antwoordde de student, „en de bekoorlijke liefste Serpentina.” „St,” ging archivaris Lindhorst voort, „voor vandaag is het genoeg en overigens kunt u, indien u er toe besluit bij mij te komen werken, mijn dochter vaak genoeg zien, of liever, ik zal u dit genoegen verschaffen, wanneer u arbeidt, zooals het betaamt, dat is: met de grootste nauwkeurigheid en vlekkeloos ieder teeken overbrengt.
En alle Gaweins herinneringen beroerden hem hevig.... Toen hij landstreek en burcht herkende! Het Scaec was midden tusschen tallooze torens van den burcht neêr gezonken, spiralende glinstering. En Gawein, intoomende zijn Gringolet, zoodat Amadijs dadelijk hem ter zijde was, werd zich bewust het zelfde kasteel binnen te moeten dringen, dat hij Destijds met zoo vele moeite was binnen gedrongen....
Hij kon in de duisternis den omtrek van de gedaante tot in de kleinste lijnen natrekken, en merkte op, hoe strak en plechtig ze voort scheen te schrijden. Hij kon hooren, hoe haar kleederen de bladeren beroerden en elk windzuchtje scheen haar laatsten zachten kreet te herhalen. Als hij staan bleef, bleef de gedaante ook staan.
Dominus, zei de senex; en nu we hier zoo rustig wat bij elkaâr zitten te praten, woû ik je eens wat zeggen. En wat dan, senex? zei de dominus naar links. Kijk eens, dominus, zei de senex. Ik ben nooit heel gelukkig geweest als komediant. Ik speel wel vrij goed de senex-rollen, maar ze hebben me nooit gelukkig gemaakt. Ik heb nooit kunnen wennen aan dien zwaren, beroerden, houten maskerkop.
Geef mij een zoen, moeder, zei het meisje. Haar frissche lippen beroerden de verwelkte wangen en deden de vorst er van ontdooien. Mijn kind, mijn kind! riep Mrs. Vane, naar het plafond opziende, als zocht zij een denkbeeldig publiek. Kom Sybil! maande haar broeder ongeduldig. Hij hield niet van die affectaties zijner moeder.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek