United States or Tonga ? Vote for the TOP Country of the Week !


Als Bensington uit het raam keek, placht hij de uiterst-correcte equipage Sloane-street te zien af komen draven, en na een ongelooflijk korten tijd trad Winkles de kamer binnen met lichten, veerkrachtigen tred, en vervulde haar met gerucht, haalde het een of ander nieuwsblad uit den zak, voorzag Bensington van nieuws en maakte opmerkingen.

Bensington wees hem er op, dat de broedmachine niet schoongemaakt was. "Dat is ie ook niet, meneer," zei juffrouw Skinner met over elkaar geslagen armen, en zedig glimlachend achter haar neus. "'t Is as of we geen tijd gehad hebbe, om 'em schoon te make sints we hier zijn..."

"En als ik niet zoo'n stuipekop geweest was, dan zou ik me tot op m'n middel uitgekleed hebben. Ligt voor de hand, niet waar. Voel m'n mouwen es, Bensington! Kletsnat van 't zweet. Maar je kunt niet an alles tegelijk denken. Alleen een halve flesch whiskey kan me 'n kou van 't lijf houden."

"Groote hemel!" zei mijnheer Bensington, zijn buik over den leunstoel rekkend met een geduldige minachting voor de gewoonten van dit gemakkelijk meubelstuk, en toen, bevindend dat de brochure nog buiten zijn bereik lag, liet hij zich op de handen vallen, om de stukken bijeen te garen. Op den grond viel het denkbeeld hem eigenlijk in, het "'t Voedsel der Goden" te noemen...

Toen eenige minuten lang niets dan een zacht, gedempt verward geluid uit de richting der rattenholen, en toen weder een woeste gil... allen liepen om 't hardst naar de geweren... Weer twee schoten. Bensington holde met het geweer in de hand door het pijnbosch achter een aantal voor hem uithollende ruggen aan.

En vasthoudend aan den oorspronkelijken naam dien Bensington het gaf noem ik hier Herakleophorbia IV het Voedsel der Goden. Het was een idee van den heer Bensington. Doch daar het hem aan de hand gedaan werd door een van Professor Redwood's stukken in de "Philosophische Verhandelingen," waaraan deze medewerkte, ging hij dezen heer er behoorlijk over raadplegen vóor hij het verder uitwerkte.

Hij verwonderde zich waarom hij de anderen niet kon hooren daar ginds om den hoek van het huis. De schaduw in het karrehuis was nu één zwarte diepte. Pang... pang... pang. Een keten van echoos en een schreeuw. Toen lange stilte. Goddank! daar kwamen Redwood en Cossar opdoemen uit de onhoorbare duisternis, en Redwood riep "Bensington!" "Bensington! We hebben wéér 'n rat!

Zonder twijfel had de heer Bensington, toen hij lang geleden dit beroep koos, toen hij zijn leven wijdde aan de alkaloïden en hunne verwante samenstellingen, een vaag begrip van het visioen méér dan een vaag begrip waarschijnlijk.

"Redwood," zei hij, "wordt er veel over òns gepraat?" "Niet zooveel als ik dacht." "Maar veroordeelen ze ons heelemaal niet?" "Nee, heelemaal niet. Maar daarentegen bevorderen ze ook heelemaal niet wat ik aangetoond heb dat moèt gedaan worden. Ik heb naar de "Times" geschreven, moet je weten, en heb alles uitgelegd " "Wij lezen de "Daily Chronicle"," zei Bensington.

En dit initiatief dreef hem onder het bed. Daar werd hij een oogenblik later gevonden door Cossar. Bensington was bijna versuft van angst toen hij gevonden werd, want Cossar had de deur met zijn schouder ingeloopen door er van den overkant van den gang op toe te springen. "Kom er onderuit, Bensington," zei hij. "'t Is goed volk. Ik ben 't. We moeten zien hier vandaan te komen.