Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 25 mei 2025


Alleen op mij zelven was ik het niet! Ze hadden allen het land aan mij dacht ik. "Ben-je heusch boos, Huib?" vroeg Marten vriendelijk en ging lachende voor mij staan. Nu werd ik nog njjdiger, en ik dacht, dat hij me uit valschheid uitlachte en daarom zeide ik: "Zeker ben ik boos!

Hij is heelemaal baas over zijne moeder, die veel te goed voor zoo'n bengel is. Die Marten moest mijn jongen zijn, ik zou wel raad met hem weten, ja, dat zou ik!" "Gij zoudt hem slaan, Moeder? Als Marten uw jongen was zoudt ge dat niet doen; want hij is door en door goed, als een kalf, ja!" "Sla ik jou wel eens, Huib? En ben-je ook niet dikwijls heel kwaadwillig en ondeugend?

"Ik loop hier dikwijls 's avonds; ik houd er van. Maar anders ben-je altijd al naar bed; hoe kom-je nog zoo laat op? En met 'n open raam; je zult kou vatten." "Het is zoo heerlijk buiten, dat 't zonde is om naar bed te gaan." "Wacht je nog op Elsi? of lig-je zóó maar te kijken?" "Nee; Elsi is al naar bed. Ik lig maar te kijken naar de huizen en het brugje en de schuit en ik denk."

Ben-je dan niet blij, dat we nu zoo heel alleen samen zijn, dat ik nu heelemaal voor jou ben, dat je met mij doen kunt, wat je wilt? Hij andwoordde iets dat haar veel pleizier moest doen. En zij sprak weêr voort: O, ik ook, ik begrijp mijn geluk nog niet heel goed, maar ik voel, dat het er is. Ik ben zoo gelukkig, dat ik bang ben, dat het niet lang meer duren zal. O, waarom niet?

Zij schudde van neen, haar hoofd naar den grond. Toen keerde Jozef zich naar links, nam Felix op zijn knie: dag, vent, hoe heb jij 't gemaakt? Niet stout geweest? Toen temperde hij zijn stem: moeder is niet wel, he? We moeten een beetje zachies spreken. Ben-je altijd lief tegen haar geweest? Mathilde voelde hen en hun spreken.

"Leiden, lief, heerlijk Leiden," zong 't in haar; "wat ben-je mooi en stil in 't licht; wat lig-je gedwee in den zonneschijn. Hoe láát je je leven." En dan weer: "Wereld, mooie wereld, wat ben-je licht! wat is alles mooi: ieder grasje, de verkleurde blaren, 't water, de hemel.... Heerlijke wereld, hoe blij ben ik, dat ik leef."

Zal-je van me blijven houden, zoo als je zegt het nu te doen, zal-je van me houden, zooals ik het van jou doe en toch eigenlijk wel voel het altijd te zullen blijven doen? Of ben-je wispelturig en heb ik mij vergist, vreeselijk, vreeselijk? Plotseling dacht zij dit hevig en zag hem strakker aan. Zij wilde een andwoord weten.

Wij namen onze plaats weder in op het stroo onder de opgevouwen huif, en het paard, dat uitgerust had, rende in gestrekten draf voort. Ben-je bang? Ja en neen; ik ben bang, dat men mij weder vatten zal. Als men vlucht, is dit dan geen bewijs, dat men schuld heeft? Dat vooral hindert me; wat zou ik tot mijne verdediging kunnen aanvoeren?

Heb-je 't in de ingewanden, goede vriend? Of heb-je pijn of ben-je ziek? In een oogwenk ben-je zoo gezond als een vischje. Kom, draal niet langer, 't kost maar eene kleinigheid, en, kun-je niet betalen, dan kost het je niets, totaal niets! Kan het nog mooier? Wat, blijf-je nog staan? Durf-je niet? Dan zal ik het nog beter met je maken.

"Neen, kapitein, maar, maar ..." "Nu, wat is het? Heb je wat te vragen?" "Ja, kapitein, maar, maar ik durf haast niet!" "Ben-je behekst, kerel? Ik ben toch geen haai! Vraag op, wat is het?" Ik beefde van, ja, ik weet niet waarvan, maar ik kon mijzelven haast niet verstaan toen ik vroeg: "Kent u mij niet, kapitein?"

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek