Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 19 mei 2025


Stel u voor, dat 't een innemend jongeling is; hij is moedig; men ziet dat hij denkt; die jongelieden der artillerie zijn zeer goed onderwezen; hij heeft vader en moeder, een familie; hij bemint waarschijnlijk; hij kan niet ouder dan vijf-en-twintig jaar zijn; hij kon uw broeder wezen." "Hij is 't," zei Enjolras. "Ja," hernam Combeferre, "ook de mijne. Welnu, dooden wij hem niet."

Zou zij werkelijk niet bemerkt hebben, hoe lief zij den jongen man was geworden? En zou zij hem niet een klein weinigje "Och neen!" De oude vrouw schudde het hoofd; zij wist, hoe het in het jonge hart gesteld was. "Neen, zij bemint hem niet, en als zij hem nu toch eens het jawoord gaf, wanneer zij zich geweld aandeed, omdat hare ouders het wenschten zou zij dan gelukkig worden?

Zoo is het niet met de mannen; zij worden geboren goed voor duizend dingen en niet alleen hiervoor en de meesten van hen zijn beter oud dan jong, maar de vrouwen komen alleen ter wereld om lief te hebben en kinderen te krijgen en daarom bemint men ze.

"Dat is de dood!" dacht zij en zulk een ontroering greep haar aan, dat zij een geruime poos niet begrijpen kon, waar zij was, en lang te vergeefs met sidderende handen naar een lucifer zoeken moest voor zij dien vond, om een ander licht in plaats van het uitgegane te ontsteken. "Neen! liever al het andere! Slechts leven! Ik bemin hem immers en hij bemint mij!

Vereent u thands met ons tot Kaïns ondergang! Uw afkomst zegepraalt; haar vijand gaat bezwijken. Uw Eden zij voortaan een Ararat van lijken! Wie wraak in 't leed bemint, onze Afgrond lacht hem aan: Zy is 't die wreken durft, al zou zy zelv' vergaan."

Aanbidding, lof, prijs en dank zij den liefdevollen Hemelvader toegebragt, die alle vogels onder den uitgestrekten hemel onderhoudt, maar zijne kinderen, de menschen, nog oneindig meer bemint, en alles, wat gebeurt, vol wijsheid en liefde voor hen ten beste schikt.

Hij vermocht een geheele poos niets te zeggen, niet omdat hij vreesde door woorden de diepte zijner gevoelens te kort te doen, maar veeleer, omdat telkens, als hij spreken wilde, tranen zijn stem verstikten. Hij greep haar hand en kuste ze. "Is dit werkelijkheid?" vroeg hij met doffe stem. "Ik kan het in het geheel niet vatten, dat jij mij bemint!"

Zij nam een zijner handen en legde ze aan haar hart. Hij voelde er het papier en stamelde: "Gij bemint mij dus?" Zij antwoordde met zulk een zachte stem, dat ze slechts een adem was, die men nauwelijks hoorde: "Zwijg! gij weet het!" En zij verborg haar gloeiend hoofd aan de borst van den hooghartigen en verbijsterden jongeling. Hij zonk op een bank neer, zij naast hem.

In den jaare 174 vertrok zyn Broeder Tiete naar Romen: alwaar hy zich in goede konsten, en byzonder in die van de welspreekentheid oeffende. Waarom hy ook by den Keizer Antoninus, de Philosooph, wel bemint was.

Hij lepelde peinzend in zijn kopje, vervolgde zonder opzien: Ik noemde u jaloersch, omdat gij in mij geen vertrouwen meer schijnt te hebben. Hoor ik nu niet dat ge mij niet meer bemint, en mag ik niet daaruit besluiten dat gij ook in uzelve meer vertrouwt?

Woord Van De Dag

fabelland

Anderen Op Zoek