Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 11 oktober 2025
Belzemien schudde 't hoofd en zei, antwoordend op een onuitgedrukte vraag van zijn jongeren broeder: Ouwe meinschen hen oardige gedachten, moar doar 'n es niets aan te doene: we moete schrijven. As we 't nie 'n deen zoe z' ons meschien keunen ontirven." Loat er ons thuis op ons gemak mee Coben en Kerdúle over spreken," raadde Standje.
Maar er was niets aan te doen; hoe sterk ook tegen hun zin, waren zij zich allen wel bewust dat Tante's verzoek onmiddellijk moest ingewilligd worden. En Belzemien stond hoofdschuddend op, ging naar de eetkast, waar, boven in de la, pen, inkt en papier geborgen lag, en kwam er mede bij het venster zitten, aan Cordúla's groengeverfd werktafeltje.
Coben stond even, verdwaasd, onduidelijk te stotteren, zijn gedeeltelijk gepeld, half groen, half wit wilgentwijgje met de afhangende rafels, als een feestkaars in de sidderende hand. Och, as 't ou blieft, nonkel Belzemien, as 't ou blieft, nonkel Coben!" smeekte Leontientje.
Teugt da ge nóg ou verstand het en da g' hier den boas zijt!" Maar Belzemien toonde niets en bleef talmen en aarzelen. Hoe moest hij dat ook te keer gaan? Wat moest hij doen? Wat moest hij zeggen? Leontientje was dol op die uitstapjes. Zij vond het zoo heerlijk hier buiten en er gebeurde toch niets verkeerds.
Zij ademden weer vrijer toen zij buiten waren en spoedden zich huiswaarts. Wat dijnkt er ou van?" vroeg Standje. Dat 't uit es, al uren uit," antwoordde Belzemien. Joa moar, aangoande Leontientsje, wil ik zeggen?" meende Standje. Ooo!..." zei Belzemien eensklaps zeer gewichtig. "Ha... we zille wij moete schrijven, e-woar?"
En Belzemien, fijn-knipoogend bij het laatste daglicht dat door 't venster glom en zijn papier goud-rozekleurig tintte, krabbelde verder. "... Onkel Constant seront avec le tilbury et "cheval a la station pour vous atandre."
Heel in de verte, achter het dorp, waar groote, donkere tuinen waren, galmde plechtig het gezang van nachtegalen. O! da es hier toch amoal rustig en scheune! Ne meinsch zoo hier wel altijd willen blijven," zuchtte Leontientje. Hawel, ge meug gij hier altijd blijven, schertste Standje. 't Es hier 'n greut verschil mee Parijs, e-woar?" meende Belzemien.
Ze kent toch woarlijk nog 'n beetse Vlaamsch," glimlachte Belzemien, den blik strak op het eigenaardig briefje. Maar Cordúla spotlachte smalend om dat onbeholpen geschrijf, en ook Coben schudde even, ietwat minachtend, het hoofd. Alleen Standje was echt bekoord.
Belzemien, de oudste der vier kinderen Goetgebuer, die samen, ongehuwd, hun eigen boerderijtje bebouwden, was ook het hoofd van 't huis, "de boer" der hofstede; en zijn wijsheid en bekwaamheid in vele zaken had hem daarenboven de eer van een zetel in den dorpsgemeenteraad doen verwerven.
Ah, c'est ça, c'est ça," glimlachte Standje tevreden. Belzemien ging netjes verder rondslenteren en Standje, na een nieuwen, wantrouwenden schuinblik op de vensters van het woonhuis, zei, bijna fluisterend, tot Pierken: Ala, den tieprie nou. Van den ieste kier noar buiten en medeen achter de muur van de loeze."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek