Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 11 oktober 2025


'T 'n zal in alle geval veur nie lank zijn," drong Standje voorzichtekens aan. "Wil-e 'k ik bij veurbeeld van doage mee heur uitgoan en ien van ulder morgend?" Ba joa, ba joa, we zoên 't meschien azeu keune probeeren," zei Belzemien zonder veel overtuiging. "Wat dijnkt er ou van, Coben?"

Wel, heul simpel; 'n talleure bij," klonk 't kort-afdoende antwoord. Belzemien krabde met een scheef grimas achter zijn oor en Standje keerde zich even hoofdschuddend om. Zij namen in 't gewone dagelijksch leven, volgens oud-landelijk Vlaamsch gebruik, hun maaltijden aan de gemeenschappelijke tafel, meesters en dienstboden bij elkaar.

Hawèl-e-wel-e-wel! Hawèl-e-wel-e-wel!" riep Belzemien, die door geen andere woorden zijn stormachtige gevoelens scheen te kunnen uiten. Coben stond als 't ware stom ten gronde vastgegroeid, het halfgepelde wilgenstokje trillend in zijn zenuwachtig-sidderende handen. Kom, zei Standje. En met plotselingen moed liet hij zich van den oever glijden. Brrr! rilde hij, ondanks het water haast lauw was.

Belzemien slenterde al van den vroegen ochtend, gekleed als een net buitenheertje, over 't erf, Coben had zijn blauwen kiel afgelegd, droeg schoenen in plaats van klompen en zond halve dagen Bruuntje met de paarden 't werk verrichten dat hij vroeger, met jaloerschen naijver, zelf uitvoerde op den akker.

Hij kwam met stralende oogen naast Belzemien geschoven, en eensklaps riep hij uit, terwijl hij snuffelend zijn neus over het briefje boog: O! en fijn dat 't riekt! Riekt toch ne kier! 't Es percies lijk van die goeje ziepe!" Belzemien drukte 't papier tegen zijn scherpen neus. 't Es woar, 't es woar, glimlachte hij: percies van die fijne, goeriekende ziepe."

Als een knecht werkte hij met ploeg en paarden op den akker; als een meester hield hij toezicht op het werk van Bruuntje, die, met het koewachtertje Pierken, de eenige gehuurde knechts der hoeve waren. Wel sakerdeeke! En moet da jonk hier bij ons komen!" riep wenkbrauw-fronsend Cordúla, toen Belzemien ten slotte het nogmaals herhaald en uitdrukkelijk verlangen van Tante kenbaar had gemaakt.

Ja, ja, dat was wel zeer waarschijnlijk, meende ook Belzemien; maar toch: negen jaar, dat was lang, Leontientje was ondertusschen een groote juffer geworden, die misschien nu en dan nog wel eens Vlaamsch sprak, maar zeker nooit anders meer dan Fransch las; en aangezien hijzelf toch goed genoeg zijn Fransch kende om een brief in die taal op te stellen, zou het dan niet beter zijn, ?... hoe dachten zij er over...? den brief ook in het Fransch te schrijven?

Belzemien glimlachte, hoofdschuddend, vaag gegeneerd, met fijn-knippende oogjes. Coben stond verbouwereerd te sidderen, onduidelijke klanken stotterend.

Belzemien, die reeds een toertje rond de velden had gedaan, in de verkwikkende heerlijkheid van den vroegen, frisschen lente-ochtend, kwam langs achter, over 't steenen bruggetje van 't beekje, op het erf gewandeld. Hij zag er buitengewoon netjes en opgewekt uit, pas geschoren, met keurig geborstelde kleeren en een frisch wit hemd.

Standje, gek van bekoring, kon er zijn oogen niet van afwenden, Coben en Belzemien hielden zich hijgend aan de takken van een wilg geklemd om niet in het water te storten en merkten zelfs de tegenwoordigheid van Bruuntje, Leonie en Pierken niet, die ook onweerhoudbaar waren komen kijken.

Woord Van De Dag

veerenbed

Anderen Op Zoek