Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 28 juli 2025
Bus rijdt aan bus; de geleiders schreeuwen maar weinig, theaters zeker al sloten, music-halls ook.... is het niet of van 't scherpe vermaak dáár, dat de grimas van den beenderigen dood niet smaadt tot ophouding van het vleeze leven, hier naschijnt onder 't elektriek.... en nog gaat er een kar bestapeld onder 't natte zeil als 'n machine op rollen, achter 'n breedborstig paard met logge haam.
Wel, heul simpel; 'n talleure bij," klonk 't kort-afdoende antwoord. Belzemien krabde met een scheef grimas achter zijn oor en Standje keerde zich even hoofdschuddend om. Zij namen in 't gewone dagelijksch leven, volgens oud-landelijk Vlaamsch gebruik, hun maaltijden aan de gemeenschappelijke tafel, meesters en dienstboden bij elkaar.
De saturnaliën, die grimas der antieke schoonheid, bereikten, steeds grooter en grooter wordende, den Vastenavond; en het bacchusfeest, eertijds met wijnranken bekroond en door de zon verguld, in een goddelijke halve naaktheid marmeren borsten toonende, thans verwelkt onder de natte lompen van het noorden, wordt ten laatste karnaval genoemd.
Al deze uitingen van leven spreken des te sterker, omdat ze gerangschikt staan rondom het beeld van den dood, van de stof, waaruit het leven ontvloden is. De mond van het cadaver is half geopend, en een glimlach schijnt er omheen te spelen. Maar de glimlach is verstijfd, en het spreekgebaar van de mondopening is koud en versteend. Het is het eeuwige zwijgen met een grimas van leven.
Het overwinnen van het overdadige, van het overdrevene, van het verdraaide, van de grimas en de flamboyante krul, het is alles het werk der Oudheid geweest. Maar in het litteraire is de eenvoud en de zuiverheid opgegroeid buiten, ja ondanks het klassicisme. De enkelen, die in het Frankrijk der vijftiende eeuw humanistische vormen aannemen, luiden nog geen Renaissance in.
Zijn vroolijkheid is de bliksem, en zijn kluchtigheid draagt een schepter. Zijn orkaan ontstaat soms uit een grimas. Zijn uitbarstingen, zijn groote dagen, zijn kunstgewrochten, zijn wonderen, zijn heldenfeiten gaan tot de uitersten der wereld; zijn domheden insgelijks. Zijn gelach is de krater van een vulkaan, die de geheele aarde bespat. Zijn lazzi zijn vonken.
Achter Pietje draaiend, maakte ze naar buurvrouw een inlichtend grimas.... Nou!.... zei die, óver-geloofwaardig haar, "nou" beklemtonend, zonder te weten, waarover 't eigenlijk ging. In 'n figelènte nie?... Sau mit raud fleweil!... pronkte buurvrouw erbij. En binne se niet naor 't kètte-gèsthuys gebracht? Sèlf meigereije!...
Soms hield hij even voor een landelijke herberg stil en bestelde er een borrel, zonder van zijn paard te stijgen. In één teug sloeg hij die met een grimas van afkeer binnen, en hij rilde van den scherpen, slechten drank tot in het merg der beenderen.
Alfons zat op de pijnbank en Rozeke kreeg het zóó benauwd dat haast tranen van verlegenheid en schaamte in haar neergeslagen oogen kwamen, terwijl een zenuwachtig grimas haar lippen onophoudend van het lachen naar het huilen heen en weer trok.
Die zware gewaden, vol donker rood en goud en fonkelende steenen, die al te uitdrukkelijke grimas, die ietwat beuzelachtige versiering van den muzieklessenaar, dat vertegenwoordigt in de schilderkunst de pronkende grootsprakigheid van den litterairen Bourgondischen hofstijl.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek