United States or Eritrea ? Vote for the TOP Country of the Week !


Heeft zijn tijd hem overschat, ja dan neen? Overschat, zooveel als het humanisme zichzelf overschat heeft. Erasmus zelf heeft den neergang der humanistische beweging nog aanschouwd. Het deed hem pijnlijk aan en stemde hem weemoedig. Herhaaldelijk beklaagt hij zich dat velen hem verlaten, die vroeger onder hun vriendelijkheden hem bijna verstikten. Zij kiezen de zijde van Luther.

Aan de 6 boeken, waaruit deze verzameling oorspronkelijk bestond, voegde Erasmus later er nog twee toe. De sterke ontwikkeling van het schrijven van brieven is een karaktertrek aan de humanistische periode eigen, en hangt samen met den realistischen trek van het humanisme: men had een afkeer van het abstracte, en zocht het concrete.

Het overwinnen van het overdadige, van het overdrevene, van het verdraaide, van de grimas en de flamboyante krul, het is alles het werk der Oudheid geweest. Maar in het litteraire is de eenvoud en de zuiverheid opgegroeid buiten, ja ondanks het klassicisme. De enkelen, die in het Frankrijk der vijftiende eeuw humanistische vormen aannemen, luiden nog geen Renaissance in.

Een man van zeldzame geleerdheid en belezenheid in de letterkunde der classieke en der christelijke oudheid, van rustelooze arbeidzaamheid, welke ook door lichaams-lijden niet gebreken werd, met onverwoestbare liefde voor de literatuur en de eruditie der oudheid bezield; die in briefwisseling stond met pausen en wereldlijke vorsten, persoonlijk bevriend was met de voormannen der humanistische beweging in Engeland, die als raadsheer van den Duitschen keizer op zijn doorreis door onderscheiden Duitsche steden met eerbewijzen werd begroet, die in aanraking was, persoonlijk of schriftelijk, met Zwingli en Luther, met Oecolampadius en Melanchton, en evenzeer voeling hield met de inquisiteurs der Roomsche kerk, die door de aanhangers der Reformatie bijwijlen werd gehouden voor een invloedrijk medestander, en, had hij gewild, den cardinaalshoed had kunnen dragen, een man, door tijdgenooten betiteld als "vorst der letteren, priester der wetenschap, verdediger der ware godgeleerdheid, roem en sieraad van Duitschland", die door de uitnemendste geleerden van zijne eeuw als de vertegenwoordiger der hoogst denkbare ontwikkeling werd geëerd, die door de universiteiten te Ingolstadt, Leipzig, Keulen, Heidelberg en Weenen begeerd werd, door gansch Europa bewonderd als de man, die de groote vernieuwing en hervorming van alle dingen, die algemeen verwacht werd, zou tot stand brengen..., voorwaar, het mag der moeite waard geacht worden, in breede omtrekken zijn beeld geschetst te zien, en de vraag te stellen naar zijn beteekenis voor den tijd van woeling en worsteling, waarin hij leefde, zoowel als voor het nageslacht, dat hem telt onder de groote mannen.

Hoezeer Erasmus-zelf thuis was in die classieke letterkunde bewijzen niet alleen werken als de "Spreekwoorden" en de "Spreuken" , maar blijkt op iedere bladzijde van al zijn geschriften, waar spreekwijzen, beelden, voorbeelden, zinspelingen, aan classieke auteurs ontleend, schering en inslag zijn. Erasmus is de humanist, en behoort naar zijn geestesaanleg geheel tot de humanistische beweging.

De humanistische vorm is nog niet veel meer dan een gewaad, dat hij aandoet; het zit hem goed, maar hij beweegt zich toch vrijer zonder dien tabbert. Bij den Franschen geest der vijftiende eeuw zit de Renaissance er nog maar los buiten op. Men is veelal gewend, om als een doorslaand criterium van de intrede der Renaissance het opkomen van heidensch klinkende uitingen aan te merken.

"humanistische" studie, de kennis der oude talen en letterkunde: zij dient slechts tot middel zegt hij, om mooi-praters te kweeken. Natuurkunde, warenkunde, staathuishoudkunde: dit is het, wat de jongen leeren moet om een "bruikbaar mensch" te worden. Men ziet, de algemeene richting der opvoeding is zoo burgerlijk-praktisch mogelijk, al zijn hare methoden een weinig ongewoon.

In Italië, waar taal en gedachte het minst verwijderd waren van de echte, zuivere Oudheid, konden de humanistische vormen ongedwongen worden opgenomen in de natuurlijke ontplooiing van het hoogere volksleven. De Italiaansche taal werd door eenige meerdere latiniteit van uitdrukking nauwelijks geweld aangedaan. De humanistische clubgeest sloot er zeer wel aan bij de zeden der samenleving.

Midden in de oude levensopvattingen en levensverhoudingen komen de nieuwe, klassicistische vormen op. Voor het aannemen van volkomen ontwikkelde humanistische uitdrukkingsvormen is niet anders noodig, dan dat een geletterde kring zich wat meer dan gewoonlijk bevlijtigd op zuiver latijn en klassieken zinsbouw.