Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 11 oktober 2025


Bonjour, mon oncle Belzemien!"... En in de armen ook van den verbluften Belzemien. Bonjour, mon oncle Coben!"... En in de armen eindelijk van den sidderenden, stotterenden Coben.

Joa, 't zal wel moeten," dacht nu ook Leontientje; en zij vroeg pen en papier om aan haar vader te schrijven. Belzemien trok met Coben en Standje even buiten, terwijl het meisje haar brief aan 't opstellen was. Wa zoên we nou wel keunen doen om heur t' amezeeren?" vroeg de oudste broer knipoogend.

Ha, da zal wel, e-woar?" meenden Belzemien en Standje. Coben, roerloos en zwijgend, stond zenuwachtig te sidderen, alsof hij de zaak nog niet heel duidelijk begreep. Joa moar, veur hoe lank?" vorschte de zuster, op nijdigen, bijna agressieven toon. Voor hoe lang!... Ja, wie kon dat vooruit zeggen?

Ça est comme ça comme dans le vieux temps," fluisterde haastig Belzemien met een verlegen glimlach. Ils ne voudraient pas autrement," lichtte Standje, zonder veel overtuiging toe.

Er was reeds naar haar vader getelegrafeerd om de begrafenis bij te wonen en Leontientje's erfdeel in ontvangst te nemen. Ook Belzemien en Coben schenen eensklaps gekalmeerd, door de eene emotie van de andere bevrijd; en alleen Standje verkeerde nog aldoor in een gejaagden, opgewonden toestand. Het leek wel of er plotseling een ommekeer had plaats gehad in het gemoed van Standje.

Van om-de-beurt met Leontientje uit te gaan was niets gekomen. Belzemien en Coben schenen instinctief te voelen dat zij daar eigenlijk minder geschikt voor waren, en 't was alleen met Standje dat het meisje elken dag hare plezier-uitstapjes ondernam. Goat da hier nog niet hoast gedoan zijn, mee da spel!" barstte Cordúla dan telkens na hun vertrek woedend tegen de twee thuisgebleven broeders uit.

En Belzemien, en ook Standje, hadden beloofd dat zij nog dienzelfden avond zouden schrijven. Leontientje was Tante Zeunia's eenig achternichtje. Haar moeder, te Parijs met een Vlaming getrouwd en aldaar overleden, was Belzemien's, en Standje's zuster. Ook zij hadden het kind sinds lange jaren niet teruggezien.

Tante had een zwaar-woeligen nacht gehad en verder een groot deel van den dag vrijwel buiten kennis gelegen. Belzemien was dan ook maar heel even bij haar bed mogen blijven, want de dokter vond te veel bezoek verkeerd en 't was hem voorgekomen dat Tante van uur tot uur achteruitging. Hij geloofde zelfs niet dat zij hem herkend had en naar Leontientje had zij ook niet eens meer gevraagd.

En als van zelf, onder een geleidelijk ernstiger wordende stemming, begonnen zij nu ook weer, met gedempte woorden, over tante Zeunia te praten. De laatste berichten, dien middag, na Standje's vertrek naar 't station, door Belzemien in Tante's huis van de non-verpleegster ontvangen, luidden lang niet gunstig.

Coben, die eigenlijk het toezicht over de paarden had, poogde ook iets in 't midden te brengen, maar hij verwarde in zijn zenuwachtig sidderend gestotter, en Belzemien weerlegde, stilglimlachend gezagvoerend: 'T'n es moar veur iene kier, zuster, we moeten toch beleefd zijn. En euk, ze zal zeker wel 'n koefferke mee hen, ne-woar?"

Woord Van De Dag

veerenbed

Anderen Op Zoek