Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 11 juni 2025
Beaumont had zoodra niet bespeurd, dat men aan den viersprong slaags was, of hij snelde in persoon derwaarts, aan den Heer van Spangen de zorg overlatende om het klooster te bedwingen.
De onderzoekingen van Steno, Pallas, Saussure, Werner, Deluc, Hutton, Playfair, Smith, Humboldt, Cuvier, Lyell, Elie de Beaumont en anderen verhieven de leer der fossielen tot de positieve wetenschap, die een belangrijk onderdeel der aardkunde uitmaakt. Cuvier was in waarheid de schepper der paleontologie.
De Gravin beantwoordde met eene koude beleefdheid den groet der Friezen, en had zelfs moeite om eene kleine opwelling van wrevel en ongeduld te bedwingen, toen haar de goede Abt welwillend aanraadde zijn middel van vitriool en dun bier tegen 's Graven hoofdpijn te beproeven; maar Beaumont, die Aylva terstond herkende, trad naar hem toe en drukte hem hartelijk de hand.
Dit laatste bevel was gericht tot een page, die in het voorvertrek wachtte en die eenige oogenblikken daarna terugkeerde met de boodschap dat de Heer van Beaumont niet te vinden was. "Hoe!" zeide Willem, met bevreemding: "is hij reeds zoo vroeg uitgegaan? Hij weet, dat wij hem spreken moeten."
De medestrijders van Beaumont waren bezweken. Hij zelf, uit zijn verschansing naar beneden gedrongen, stond aan den voet van het Klif op het strand, tot de knieën in 't water, omringd van zijn bespringers. Reeds scheen hij reddeloos verloren, toen op eens Reinout te paard van het Klif kwam af hollen, de hem in den weg staande monniken onderstboven rijdende, terwijl hij met een daverende stem den oorlogskreet weergalmen deed van: "Holland! Holland! Beaumont
Na een kort onderhoud over zijn toestand vroeg hem Graaf Willem, of hij ook de oorzaak kon gissen, waarom Beaumont zoo overhaast vertrokken was. Deodaat ontzette op deze vraag. "Goede Hemel!" zeide hij: "ik herinner mij over den kamp te hebben gesproken, dien ik heden tegen den Fries had moeten voeren: en te hebben gevraagd, wie in mijne plaats gekozen was om Adeelen te bevechten."
"Gij hadt u vóór het steekspel deswege moeten beklagen," zeide Beaumont: "ieder kamper, die eenmaal door de Herauten is toegelaten, heeft vrijgeleide en moet onverhinderd kunnen aftrekken." Graaf Willem en Dusmer waren ondertusschen naar de plaats gereden, waar Adeelen overwonnen was en waar Deodaat en Montfoort, na het volbrengen van hun rit, waren teruggekeerd.
Nauwelijks had hij deze afwijzende beschikking gegeven, of een tweede Ridder in schier gelijken dos kwam insgelijks uit des Graven stoet aangereden, en overhandigde op gelijke wijze een tweede perkament aan Beaumont.
"Inderdaad," zeide Zweder, peinzende: "het getal onzer manschappen komt mij voor, geringer te zijn, dan het behoorde te wezen. Ik zie den Heer van Beaumont niet; noch ook den Heer van Spangen. Wij waren straks ruim zoo talrijk. Zouden er zoo velen door de handen dier papen zijn gevallen? Of is de rest vertrokken en heeft men gedacht, dat er manschappen genoeg bleven om het klooster te winnen."
"Waarlijk," zeide Deodaat, glimlachende: "uw Genade heeft te hoogen dunk van mijn bekwaamheid. Ben ik in staat, een eerwaardigen man als den Abt en een schranderen Edelman als den Heer van Aylva om te praten? Zou niet, indien ik zoo vrijpostig mag zijn mijn gevoelen te zeggen, de Heer van Beaumont meer invloed op zijn ouden krijgsmakker bezitten?"
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek