Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 11 juni 2025


Gedaan in den Hage onder Onsen Grooten Zegele hier aan doen hangen, den XIX September in ’t Jaer onses Heeren en Zaligmakers duysent ses hondert vier en tachtig. G. FAGEL: Ter Ordonnantie van de Staten SIMON van BEAUMONT De tegenwoordige REGENTEN van de SCHOUWBURG, hebben het recht der bovenstaande PRIVILEGIE, voor het BLYSPEL van DE PLEITERS, vergund aan de Erfgenaamen van Albert Magnus.

De trein reed het krijt rond, waarna Beaumont met twee bijzitters den voor hem bestemden zetel beklom, de Wapenkoning zich aan den westelijken ingang plaatste, en de Kamprechters aan de beide zijden van de Grafelijke loge onbeweeglijk post vatteden.

Wat den Graaf betrof, hij had, gelijk wij vroeger vermeld hebben, de reede van Enkhuizen verlaten om op het brandende Norwert aan te zeilen, en hierdoor het voordeel gemist om zich met Beaumont te kunnen vereenigen, gelijk ontwijfelbaar geschied ware, indien hij op den zuidkant van Stavoren had aangehouden.

Hij bleef echter staan, in afwachting of deze hem insgelijks herkennen zoude. "Gelijk ik u gezegd heb, Mevrouw!" zeide Treslong overluid tot de Gravin: "het is nog onzeker of de Graaf heden wel verschijnen zal, nu hij zoo met die verwenschte schele hoofdpijn geplaagd is. Mag ik intusschen aan u, gelijk aan den Heer van Beaumont, de edele Afgevaardigden van Friesland voorstellen?"

Jan van Beaumont, wien de Voeu du héron de vroeger reeds vermelde woorden in den mond legt, die met fijnen spot het gepassioneerde karakter onthullen van de geloften, bij den wijn en onder de oogen der vrouwen gedaan, doet volgens een ander verhaal bij den reiger de cynische gelofte, dat hij dien heer zou dienen, van wien hij 't meest aan geld en goed te wachten had.

"Wij zullen," zeide Beaumont, "die opeisching aan de poort van het klooster zelf dienen te doen: het schijnt, dat wij hier te ver zijn om gehoord te worden."

"Mijn God!" riep hij, zich voor 't hoofd slaande: "het is de banier van Beaumont!" "Beaumont!" herhaalde de Abt, met verrukking: "is dat niet 's Graven oom, die Henegouwer, daar Adeelen tegen kampte? Hoe jammer, dat deze niet hier is, om eens te zien, hoe wij hem wreken zullen."

Zijn last was, dit had hij wel bespeurd, niet aan Beaumont kunnen gebracht worden: zijn schoone vloot was verstrooid, en hij wist niet, hoe lange tijd er verloopen zou, eer men de schepen weder bij elkander zou kunnen brengen en de orde van de landing herkrijgen.

"Of ik haar nog liefheb?" vroeg de anders zoo bedaarde Aylva, thans geheel verwilderd: "o mijn God! ik heb nooit opgehouden haar te beminnen!.... ik gevoel mij weder jong.... de dagen onzer jeugd, de dagen onzer liefde zullen terugkeeren.... ik zal naar Verona gaan.... ik zal haar den zoon teruggeven, dien zij zien wil.... ik zal aan Beaumont schrijven. Reinout moet bij hem wezen!"

Een anderen avond, wilde ze, op den weg naar Beaumont, een groote hooikar voorbij stappen, die langzaam voortschokte, en langs de raders schuivend herkende ze Theodore. Kalmpjes sprak hij haar aan, zeggend dat ze hem vergeven moest, het was door "den drank" gekomen. Ze wist niet, wat te antwoorden en had zin om weg te loopen.

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek