Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 11 juni 2025
De echtheid van een menschelijk overblijfsel uit het quaternaire tijdperk scheen dus onwederlegbaar bewezen. Die echtheid had niettemin een ijverig tegenstander in Elias de Beaumont.
Wat er eerst geweest is, valt moeielijk te zeggen; waarschijnlijk de nederzetting. Maar wij weten zeker, dat omstreeks 1350 hier door Graaf Jan van Beaumont een kasteel gebouwd werd en dat er tollen van de voorbijgaande schepen werden geheven. Zeer waarschijnlijk zal er ook al vroeger een kasteel hebben gestaan.
Van belang in den "Brief aan Monseigneur de Beaumont" is vooral zijn uitweiding over den universeelen godsdienst, waarin hij Joden, Christenen en Mohamedanen, met instandhouding van de bijzondere vormen van ieders geloof, wilde vereenigen. "Want elke godsdienst is goed, die door de wetten wordt voorgeschreven en de essentieele religie bevat."
Hij bleef dus staan en wachtte eerbiedig af dat de stoet voorbij was getrokken. "Hebt gij een boodschap, knaap?" vroeg de Gravin, zijn houding opmerkende. "Ik ging den Heer van Aylva het verlangen der Jonkvrouw van Dekama overbrengen: zij wenscht te vertrekken." "Ik wil het gaarne gelooven," zeide Beaumont, de schouders ophalende; "maar dat zal nu niet gaan, vrees ik."
"Laat de deur opengeramd worden!" zeide Beaumont: "op deze wijze houdt zij ons te lang op." Twee masten, welke men van boord had medegenomen, werden hierop in den grond gestoken, zoo, dat de toppen elkander kruisten: en aan dat in der haast opgeslagen werktuig, werd een derde mast in een horizontale richting gehangen om tot stormram te dienen.
"Laat ons hiermede betijen, genadige Oom!" zeide de Graaf, met bedaardheid: "zoo wij wel verstaan hebben, is deze Seerp Van Adeelen mede uitgedaagd door Deodaat van Verona, en deze wederkeerig door Reinout." "Zoo is het," antwoordde Beaumont.
Dadelijk nadat het koord gespannen was, verliet een Ridder in een blauwe rusting met zilveren lieren bezaaid, het gelid, en reed met een vluggen draf tot voor den zetel van Beaumont, alwaar hij zijn ros op eens onbeweeglijk deed stilstaan, als in afwachting dat hem verlof gegund werd om te spreken.
De Abt boog zich met eerbied. Adeelen maakte een stijve buiging en bleef toen strak voor zich kijken. "Gij hebt zoo straks uwe hand aan den Heer van Treslong gegeven," vervolgde Willem: "zult gij die aan den Graaf weigeren?" Adeelen stond nog roerloos. Beaumont, die een uitbersting vreesde, trad haastig tusschen beiden.
Aan hen, die de geschiedenis des Vaderlands beoefend hebben, zal het gewis niet onbekend wezen, dat Jan van Beaumont, 's Graven oom en een der volmaakste Ridders van zijn tijd, door godsdienstijver gedreven, in den jare 1331 een veldtocht tegen de Saracenen in Spanje deed, alwaar hem vele Hollandsche en Henegouwsche Ridders gevolgd waren.
Vader Syard, die, plat in de goot liggende, al de bewegingen der belegeraars gadesloeg, had het gezette sein gegeven, en eenige ketels kokende olie werden door de monniken, die nevens hem op den buik lagen, op de hoofden der werklieden uitgestort. "Ha!" zeide Beaumont: "men begint zich daarboven te bewegen. Staakt dit spel!" riep hij, opwaarts ziende: "en geeft u over. Alle weerstand ware ijdel.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek