United States or Libya ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het was zooals Aylva zeide: dwars over het kampperk werd een koord, met gouddraad omwoeld, van een paal voor den zetel van Beaumont af, tot aan het hokje des marktschrijvers vastgemaakt; en nu ontstond er een gespannen verwachting bij de toeschouwers, die, schoon zij onder de lezing der kamp wetten over 't geheel een eerbiedig stilzwijgen hadden bewaard, echter door hun her- en derwaarts rollende oogen duidelijk deden bespeuren, dat zij zeer naar den afloop verlangden, en naar het oogenblik dat het tornooispel een aanvang zoude nemen; dan hun hoop werd nog niet vervuld, en een zonderling, hoewel niet geheel ongewoon voorval noodzaakte hen, hun geduld nog eenigen tijd te oefenen, of liever, gaf een andere wending aan hun nieuwsgierigheid.

Beaumont, die als des Graven goeden engel altijd aan zijn zijde stond, haastte zich, hem zachtjes in 't oor te fluisteren: "Bedenk wat gij doet: wees bedaard, en herinner u, dat wij ons geene nieuwe vijanden op den hals behoeven te halen."

"Wat heeft er plaats gehad?" vroeg de Graaf, driftig het moordtooneel naderende: "is het die ellendige Fries, wiens dolk een mijner edellieden heeft durven zoeken?" En zijn vorschend oog ondervroeg beurtelings Beaumont en Adeelen. Weemoedig schudde de eerste het hoofd: "niet deze," zeide hij, op Adeelen wijzende: "de moordenaar is gevlucht.

Wat Beaumont betrof, hij was met de zijnen de landingsplaats reeds genaderd; maar wie schildert de verslagenheid, die zijne, nu radelooze, volgers beving, toen de morgenschemering, die langzamerhand begon aan te breken, hun deed zien, dat de schepen, waarin zij hunne eenige toevlucht stelden, met de ebbe waren van wal gedreven en alle kans om te ontkomen voorbij was.

"Martena en de Bloemkampers hebben de zege! Beaumont alleen is het ontkomen, met behulp van den schelm, die zich Aylva's zoon noemde; maar die een verrader was." "Met behulp van Reinout!" riep Aylva, de handen wringende. "Hij deed zich zelven recht," zeide vader Syard: "hij moest een verrader worden." "Hoe!" vroeg de Olderman, verbaasd opziende: "en wat beweegt u, zulks te vermoeden?"

Alleen Beaumont is er wel afgekomen: hij is de eenige, wien ik zijn af komst uit Avesnes vergeven kan: hij was de vriend en wapenbroeder mijns vaders." "Ik geloof intusschen niet," zeide vader Syard, "dat òf de voorspelling van Gelder, òf die van Barbanera den Graaf zouden afschrikken, indien hij het besluit vormde een tocht naar Friesland te wagen."

"En gij, mijn Heer van Beaumont!" riep Naaldwijk dezen Edelman toe, die met Aylva stond te praten: "zijt gij niet nieuwsgierig om uw lot te vernemen?" "Ik zie niet," antwoordde Beaumont, "dat de wetenschap, die gij allen hebt opgedaan, u veel profijt heeft bezorgd." "Komaan! Komaan! laat u overhalen!" klonken verscheidene stemmen: "het is immers slechts een spel."

"Hoe hebt gij voor die verachtelijke dorpers kunnen vluchten?" riep Beaumont: "de overmacht kan ons immers niet deren, zoolang wij ons hier op den hoogen landweg blijven houden, waar geen vijf man zich naast elkander roeren kunnen: en wij overtreffen dat gespuis verre in wapenen en beleid. Komt wakkere knapen! neemt die verschansing in: dan zijn wij ook tegen de pijlen gedekt."

"En ik waarborg u," voegde Beaumont er bij, "dat uwe Genade geen waardiger en getrouwer vriend kunt hebben dan den Heer van Aylva, althans zoo hij nog dezelfde is, die hij voor vijf en twintig jaren was."

Volgens de berekeningen van Elie de Beaumont zoude al de steenkool, die door onze tegenwoordige bosschen kan geleverd worden, over de uitgestrektheid der thans ontgonnen mijnen slechts eene laag vormen van 16 centimeters in 100 jaren. Wij hebben hier dus te doen met de vrucht van honderdduizenden jaren, die millioenen jaren achter ons liggen.